top of page

Dit waren mijn (film)ervaringen op het IFFR 2003, zoals beschreven in het LFC-boekje [based upon].

​

​

Het essay DE POSITIE VAN DE VROUW IN DE IRAANSE CINEMA, dat ik nav deze aflevering van het IFFR schreef is op deze pagina te lezen. Ergens halverwege.

Films gemerkt met # komen in dat artikel ter sprake.

 

​

​

BEDWIN HACKER, Nadia El Fani, Tunesië/ Marokko 2002, 103 min. #

 

Internetthriller: kat- en muisspel tussen Kalt, een Tunesische hackster die inbreekt in televisie-uitzendingen, en Julia, een vriendin en rivale van vroeger en werkzaam bij de Franse politie. Julia schakelt haar vriend, de journalist Chams, in om in Kalts vriendenkring te infiltreren. Chams valt echter als een blok voor Kalts charmes. Sympathieke maar saaie film met een belabberd scenario die slechts bestaansrecht heeft vanwege de motivatie van de regisseuse om het beeld van ‘de Noord-Afrikaanse vrouw als slachtoffer’ bij te stellen. Inderdaad hier zelfbewust vrouwelijke personages, die echter een betere film verdienen. Het feit dat de film zich in Tunesië afspeelt is enkel couleur locale, het had voor hetzelfde geld een slechte Amerikaanse of Nederlandse film kunnen zijn.

 

 

BEMANI, DARIUSH Mehrjui, Iran 2002, 97 min. #

 

Waarom ligt het zelfmoordpercentage dmv zelfverbranding onder meisjes zo hoog in Ilam, het Iraanse Staphorst? Het antwoord ligt in een citaat uit THE MAY LADY, een Iraanse film van een paar jaar geleden: “Alle pijn gaat voorbij, behalve de wanhoop.” Want dachten we na het zien van THE CIRCLE dat we een heelder idee hadden hoe schrijnend de positie van de vrouw in Iran is, dat is nog niks vergeleken bij wat hier aan de hand is. Totale culturele achterlijkheidd, een mentaliteit van nooit verantwoording voor de eigen situatie nemen, waar de mannen daar blijkbaar wereldkampioen in zijn, en een totaal gebrek aan respect voor vrouwen, hetgeen voor totale uitzichtloosheid zorgt en de notie dat er geen ontsnappen is aan dat kleine hoekje dat de vrouw gegeven wordt, zorgt voor de kwaadmakendste en meest ontredderende filmervaing van het festival.

***

 

 

BLUE MOON, Andrea Maria Dusl, Oostenrijk 2001, 90 min.

 

Roadmovie die van Oostenrijk via Slowakije naar Oekraïne gaat en in Odessa eindigt. Maar ook een liefdesgeschiedenis, en de Oostblokmaffia speelt een bijrol. Eigenlijk zou je van een Oostenrijkse filmmaker een LA VIE NOUVELLE-achtige visie (zie aldaar) op het voormalige Oostblok verwachte, gezien wat daar gewoonlijk vandaan komt (Haneke, HUNDSTAGE, LOVELY RITA), maar ik had al uit inside-bronnen vernomen dat het daar helemaal niet zo erg is als ik altijd gedacht heb. Maar, zoals een personage zegt: “Österreicher werden immer angeschissen.” Dit is in elk geval een charmante en luchtige komedie.

***

 

 

’T BRANDENDE BRUIDJE, Eveline Ketterings, Nederland 2003, 3 min.

 

Zoiets als het almaar wassen van een T-shirt: in het begin mooi met volle kleuren, op het laatst vaal en gerafeld. Leuk.

**½

 

 

LA CAGE, Alain Raoust, Frankrijk 2002, 101 min.

 

Vrouw komt na lange tijd uit de gevangenis, waar ze zat omdat ze als minderjarig meisje een jongen had vermoord. Om in het reine te komen met zichzelf gaat ze op zoek naar de vader van die jongen, maar die jaagt haar met een jachtgeweer het dorp uit. De film bestaat voornamelijk uit lang aangehouden shots van Caroline Ducey die, anders dan eerder in ROMANCE, mag laten zien dat ze geweldig kan acteren. Ze doet dat hier op de cm2.

***½

 

 

CHIHWWASEON, Im Kwon-taek, Zuid-Korea, 2002, 117 min.

 

Biopic over de beroemde 19e eeuwse Koreaanse schilder Jang Seung-up. Het duurt effe voordat ie uit de schematische opzet breekt en gaat leven en Im kan er ook niets aan doen dat ook deze schilder aan de vrouwen en aan de alcohol is. Boeiende film met erg mooie muziek.

***½

 

 

CIDADE DE DEUS, Fernando Meirelles, Brazilië 2002, 135 min.

 

Het leven in een getto in Rio, waar jeugdbendes de bewoners en elkaar het leven zuur maken, gezien door de ogen van een jongen die zich afzijdig houdt en fotograaf wil worden. Vooral shockerend om te zien hoe jochies van nog geen 10 totaal gewetenloos moorden. Zeer dynamische film, meeslepend en eigenwijs verteld.

***½

 

DESERTED STATION, zie: ISTGAH-E MATROUK

 

 

DEUX, Werner Schroeter, Frankrijk/ Duitsland 2002, 121 min.

 

Associatief verteld, barok en operatesk vormgegeven film over een tweeling, Maria en Magdalena (!), en hun moeder, die elk hun eigen totaal van elkaar verschillende leven leiden. Hoewel niet echt te volgen voel je dat het allemaal klopt, dat het een organisch geheel vormt. Tour-de-force van Isabelle Huppert, die je alle uithoeken van acteren laat zien.

****

 

 

EINFACH SO BLEIBEN, Sven Taddicken, Duitsland 2002, 15 min.

 

Geen idee wat voor idee hier achter zit.

*

 

 

FAR FROM HEAVEN, Todd Haynes, Verenigde Staten 2002, 107 min.

 

In het begin wist ik de toon van de film niet goed te vatten. Is dit pastiche, parodie, een postmoderne benadering van de jaren 50 melodrama’s van Douglas Sirk of probeert Haynes serieus een film in diens geest te maken, over onderwerpen die toen nog taboe waren: homoseksualiteit en interraciale omgang? Dat laatste dus en Haynes doet dat perfect. Alles ademt jaren 50 melodrama. Prachtige kleuren en cameravoering en art direction en een erg goede Dennis Quaid. Julianne Moore is subliem, daar kan zelfs geen Ava Gardner tegenop.

***½

 

 

FEAR X, Nicolas Winding Refn, Denemarken/ Verenigd Koninkrijk/ Canada 2002, 91 min.

 

Cinemascopebeeld, lang aangehouden lage toon, bijna noise. Gesloten gordijnen. Hand opent gordijn een stukje. Een tuin, op de achtergrond een houten huis. Het sneeuwt. Blonde vrouw staat met de rug naar het beeld. Ze draait zich half om en loopt dan in de richting van het houten huis. Sublieme, extreem spannende opening van deze thriller. Maar op de helft van de film zijn de kaarten geschud. De dader is bekend en hoewel na afloop nog steeds veel onduidelijk is, zakt de film in elkaar. John Turturro is echter geweldig en James Remar buit zijn sinistere voorkomen goed uit. Deborah Kara Unger komt pas in beeld op het moment dat de rek uit de film gaat, maar zij maakt het tweede deel in elke geval nog plezierig om naar te kijken.

**

 

 

LE FILS, Jean-Pierre & Luc Dardenne, België/ Frankrijk 2002, 103 min.

 

De camera blijft dicht op de huid van het hoofdpersonage, vaste Dardenne-acteur Olivier Gourmet, maar lang niet zo heftig als bij ROSETTA. Olivier is dan ook niet boos op de wereld. Hij is timmerleraar en krijgt een nieuwe leerling toegewezen, in wie hij de jongen herkent die 5 jaar eerder op 11-jarige leeftijd zijn zoon heeft vermoord. Prachtige intense film die zich verrassend ontwikkelt.

***½

 

 

GERRY, Gus Van Sant, Verenigde Staten 2002, 103 min.

 

Er is dus nog hoop voor Van Sant. Met een benadering die dichter ligt bij FEW OF US van Bartas dan bij zijn eigen films een boeiende dwaaltocht van Casey Affleck en Matt Damon door Death Valley en omgeving. Verborgen homo-erotische verlangens, onvoorstelbaar mooie landschappen volmaakt gevangen in trage pans, tracking shots, cirkelende camera en timelapse opnames, en een langzaam hallucinerend wordende tocht. Met als hoogtepunt de tocht door de zoutwoestijn in de blauwe ochtendschemering, voetje voor voetje, minutenlang, een beeld van Tarkovski-allure. Dat de jongens nou niet bepaald een licht zijn zorgt voor enkele grappige momenten. Jammer dat de zoals altijd beroerde vertoning en miserabele stoelen in Luxor veel verpestten.

***½

 

 

HAPPY HERE AND NOW, Michael Almereyda, Verenigde Staten 2002, 90 min.

 

Beetje vage en trage internetchatthriller die zich afspeelt in New Orleans. Om die sfeer goed te proeven kun je beter naar MIDNIGHT IN THE GARDEN OF GOOD AND EVIL van Clint Eastwood kijken, ondanks veel lokale rhythm ’n’ blues. David Arquette produceerde en speelde de hoofdrol van de psychopaat.

**

 

 

I’M A STAR, Stefan Stratil, Oostenrijk 2002, 6 min.

 

Animatie met Sinatra en veel porno. Tja…

*

 

 

ISTGAH-E MATROUK (DESERTED STATION), Ali-Reza Raissian, Iran 2002, 100 min. #

 

Man en vrouw krijgen autopech in het midden van de woestijn. In een dorp, helemaal uit zand opgebouwd, vragen ze hulp. Die krijgen ze van de onderwijzer, maar dan moet zij de kinderen les gaan geven. Levendige en grappige komedie, met naar het einde toe melancholieke trekjes. Inmiddels is het een maand later en ben bezig aan dit verslag en ik bedenk dat dit voor mij de film van het Festival was die ik meteen terug zou willen zien. Wie koopt hem aan?

****

 

​

JILTOO-NEUN NA-E HIM (JEALOUSY IS MY MIDDLE NAME), Park Chan-ok, Zuid-Korea 2002, 124 min.

 

Driehoeksrelatie op redactie van tijdschrift. Duurt effe voor je er in zit, maar daarna heel aardig. Mooi hoe je op driekwart van de film je mening over alle personages moet gaan bijstellen, puur omdat je ze beter leert kennen. Zoiets als het echte leven.

***

 

 

JITSUROKU ANDO NOBORU OUTLAW-DEN: REKKA, Miike Takashi, Japan 2002, 96 min.

 

Vet aangezet yakuza-spektakel. De gangsters spelen als pubers die stoer doen. Enkele leuke grappen en slordige, haastig gemaakte en ondermaatse film. Als Miike nu eens zijn energie stopte in 1 goede film per jaar in plaats van zeven slechte, want dat hij talent heeft bewees hij met AUDITION, de enig goede film van de 5 die ik tot nu toe van hem gezien heb.

 

 

KU QI DE NÜ REN (CRY WOMAN), Liu Binjian, China/ Zuid-Korea 2002, 91 min.

 

Vrouw verdient de kost door klaagliederen te zingen op begrafenissen. Leuke en frisse film.

***

 

 

THE MAGDALENE SISTERS, Peter Mullan, Ierland/ Verenigde Koninkrijk 2002, 119 min. #

 

Ongetrouwde zwangere meisjes, verkrachte meisjes, meisjes die op het schoolplein lonken naar jongens: de familie sluit hen op in kloosters waar mensonterende omstandigheden heersen, en waar ze zonder hulp van diezelfde familie de rest van hun leven zullen slijten. In Iran, in Saoedi-Arabië? Nee hoor, in Ierland, waar deze praktijken pas sinds 1996 niet meer voorkomen. Hoezo Taliban, katholieke nonnen zijn net zo erg. Woedend makende, sobere maar krachtige film die op het einde hoopvol stemt.

****

 

 

MAN, TARANEH, PANZDAH SAL DARAM (I’M TARANEH, 15), Rassul Sadr-Ameli, Iran 2002, 110 min. #

 

Taraneh ontdekt al snel dat de man met wie ze is getrouwd een lapzwans is en gaat van hem af. Vlak na de scheiding komt ze erachter dat ze zwanger is. Tegen alle weerstand van omgeving en heersende ‘waarden en normen’ in besluit ze het kind te voldragen en alleen op te voeden. Koppig, strijdlustig en vastberaden gaat ze haar weg, alleen gesteund door haar vader. Mooie hoofdrol en eindelijk een Iraanse film waarin de vrouw geen slachtoffer is maar door wilskracht haar doel kan bereiken.

****

 

 

MIES VAILLA MENNEISYYTTÄ (THE MAN WITHOUT A PAST), Aki Kaursimäki, Finland 2002, 97 min.

 

Typische Kaursimäki-lulligheid. Zoals altijd bij hem worden zowel de grootste tragedies als de grappigste situaties of de meest romantische verwikkelingen op identiek-vlakke wijze verteld. Heeft nog steeds weinig met Douglas Sirk of Fassbinder te maken, Kaurismäki’s zelfbenoemde grote inspiratiebronnen, maar wel alles met Buster Keaton.

***

 

​

MON-RAK TRANSISTOR, Pen-ek Ratanaruang, Thailand 2001, 115 min.

 

Melodramatische tragikomische musical. Waaiert uit van genre naar genre en van acteerstijl naar acteerstijl. Ik kon er niet zo veel mee. Wel met een prachtige eindscène.

**½

 

 

MONTE WALSH, William A. Fraker, Verenigde Staten 1970, 106 min.

 

Ik houd van westerns. Ik houd niet zo van komische westerns met van die van-dik-hout-zaagt-men-planken humor. Ik houd helemaal niet van jolige-cowboys-onder-elkaar met planken als een halve boom zo dik. Pas over de helft komt de tragiek van de cowboy als uitstervende levenswijze echt bovendrijven en wordt het boeiend. Zo jammer dat de film in academyformaat vertoond werd (bijna vierkant) in plaats van in de originele cinemascopeverhouding (brievenbus).

**

 

 

PRIPAD PRO ZACINAJICIHO KATA (CASE FOR A ROOKIE HANGMAN), Pavel Jurâcek, Tsjecho-Slowakije 1969, 100 min.

 

Typische Tsjechische nouvelle vague: fris en surrealistisch mengsel van Gullivers Reizen en Alice in Wonderland, met prachtige, gestoken zwartwit fotografie. Duurt echter te lang, wat nog verergerde door de manier van projectie: akte voor akte met minutenlange pauzes tussen de aktes.

**½

 

 

REN MIN GONG CHE (PUBLIC TOILET), Fruit Chan, Zuid-Korea/ Hong Kong 2002, 102 min.

 

Dat openbaar toilet hadden ze moeten gebruiken om deze bagger in door te spoelen. Niet uitgekeken omdat ik mijn inmiddels o zo vermoeide ogen er niet mee wilde belasten.

*

 

 

SAENG-HWAL-EUI BAL-GYUN (TURNING GATE), Hong Sang-soo, Zuid-Korea 115 min.

 

Man bezoekt oude vriend en krijgt relatie met vrouw zonder te weten dat zij zijn vriends vriendin is. Ze wordt razendverliefd op hem. Hij ontvlucht haar en ontmoet in de trein een vrouw op wie hij verliefd wordt maar die hem ontvlucht. Luchtig verteld met licht-absurdistisch tintje.

***

 

 

SEKS IS COMEDY, Catherine Breillat, Frankrijk 2002, 92 min.

 

‘The making of’ die tenenkrommende ontmaagdingsscène van À MA SOEUR, maar als speelfilm. In hoeverre de film op Breillats eigen ervaringen ttv de opnames van À MA SOEUR gebaseerd is wordt niet duidelijk. En dat Roxane Mesquida in beide films dezelfde rol speelt maakt het op Iraanse wijze verwarrend. Toen in 1999 op het IFFR een retrospectief aan Breillat werd gewijd is immers ook SIB van Samira Makhmalbaf op het Festival vertoond, dus misschien heeft ze die wel gezien en is ze op een idee gebracht. Wel moedig van haar dat ze zo’n ongegeneerd verveeld personage neerzet. In deze film haten de twee hoofdrolspelers elkaar en de regisseuse (Breillat zelf? Hoe dan ook dapper haar alter ego zo kwetsbaar neer te zetten) is behoorlijk onzeker en nerveus. Altijd wel leuk om op een filmset rond te hangen, maar bewijst ze nu dat À MA SOEUR, haar enige goede film, een positieve uitschieter was?

**

 

 

SOPHIIIIE!, Michael Hofmann, Duitsland 2002, 107 min.

 

Jonge vrouw zal de volgende ochtend een abortus krijgen en springt totaal uit de band, daarbij iedereen het bloed onder de nagels vandaan klierend, van haar vriend via een vriendelijke taxichauffeur tot totaal onbekenden. Ze drinkt zich intussen bijna dood. En zich maar beklagen dat ze zo zielig is. ’s Ochtends krijgt ze een spontane abortus en, kan het nog pathetischer, ze begraaft het vruchtje in een park. Walgelijk.

*

 

 

SPIDER, David Cronenberg, Canada/ Verenigd Koninkrijk 2002, 98 min.

(zie achtergrondafbeelding)

​

Volstrekt a-typische Cronenberg, dit traag maar fascinerend verhaal over een man die ontslagen wordt uit een psychiatrische inrichting en de tragische gebeurtenis uit zijn jeugd reconstrueert die tot zijn ontsporing geleid heeft. Of leidde zijn ontsporing tot die tragische gebeurtenis? Beheerst verteld, met prachtige rol van Ralph Fiennes en vooral Miranda Richardson in een 3-dubbele rol. Schande wanneer deze film niet in Nederland wordt uitgebracht.

***½

 

 

TEN, Abbas Kiarostami, Iran/ Frankrijk 2002, 94 min. #

 

Sublieme film gemaakt met uiterst eenvoudige middelen: 1 camera op het dashboard en afwisselend de bestuurder en de passagier in beeld terwijl intussen gesprekken gevoerd worden. De gesprekken gaan over universele zaken, maar gezien het gegeven dat het een Iraanse film is moet de film ook in die specifieke context gezien worden. Om me heen hoorde ik de vergelijking met de tv-serie Taxi, en dat vond ik stuitend: Taxi is onbeduidend lege en misselijk makende reality-tv over mensen die totaal niets te melden hebben. Dit is echter superieure cinema.

****

 

 

VALENTIN, Alejandro Agresti, Nederland 2002, 78 min.

 

Oké, de jongen is wel erg wijs voor zijn 9 jaar, maar dat maakt de film ook wel erg leuk. De melancholische ondertoon wordt naarmate de film vordert de boventoon. De film is als Agresti zelf: charmant, entertaining, heel erg grappig en soms ziedend kwaad, met als bodem diepe melancholie.

***½

 

 

VENDREDI SOIR, Claire Denis, Frankrijk 2002, 90 min.

 

Ik houd van de manier waarop Denis filmt, met aandacht voor details en handelingen in sterke close up. Na de extreem bloederige uitspatting TROUBLE EVERYDAY van vorig jaar nu een bescheiden verhaaltje over een one night stand. Ik heb het concept ‘one night stand’ nooit echt begrepen en begrijp dat na het zien van deze film nog steeds niet. Bovendien moet je wel gecharmeerd zijn van de twee personages en dat was ik allerminst. Zij lieten mij koud; de film liet mij koud.

**

 

 

LA VIE NOUVELLE, Philippe Grandrieux, Frankrijk 2002, 102 min.

 

In dezelfde stijl als zijn vorige, erg indrukwekkende film SOMBRE, filmt Grandrieux het moreel failliete Oost-Europa. Een Amerikaan wordt verliefd op een hoer en volgt haar terwijl ze nachtclubs en striptenten afreist. De film bevestigt de idee dat de werkelijke aanval op de westerse waarden en normen uit het voormalige oostblok komt, waar een mensenleven een consumptieartikel is en dus gewoon na gebruik weggegooid kan worden. Dat maakt dit nog geen goede film.

**

 

 

WHALE RIDER, Niki Caro, Nieuw-Zeeland/ Duitsland 2002, 105 min. #

 

Sentimenteel, maar het werkt wel.

**½

 

 

WO AI NI (I LOVE YOU), Zhang Yuan, China 2002, 98 min.

 

Ook nu weer erg sterke film van Zhang, zoals eerder met SONS en SEVENTEEN YEARS. Jonge man en vrouw zijn getrouwd maar maken voortdurend ruzie. Te jong, te vol van zichzelf, te weinig bereid om te luisteren naar de ander. Toch gaan ze zich erg aan elkaar hechten, maar dat realiseren ze zich pas wanneer ze gescheiden zijn. Waarom worden zijn films niet meer uitgebracht in Nederland?

****

 

 

ZENDAN-E ZANAN (WOMAN’S PRISON), Mnijeh Hekmat, Iran 2002, 106 min. #

 

Het leven in een vrouwengevangenis in een tijdsspanne van 20 jaar, als metafoor voor de maatschappelijke veranderingen in Iran in die periode. Drie periodes, met telkens dezelfde vrouwen centraal: de bewaakster, een levenslang veroordeelde en een meisje dat conform de op dat moment heersen opvattingen veroordeeld is: vlak na de revolutie vanwege de beperkende maatregelen voor de vrouw, in de jaren negentig vanwege drugs en in het heden vanwege prostitutie. De eerste Iraanse film die ik heb gezien waarin niet gesluierde vrouwen voorkomen.

***½

 

 

FILMMAKER IN FOCUS: JEAN-CLAUDE BRISSEAU

 

 

L’ANGE NOIR, Frankrijk 1994, 107 min.

 

Thriller die zich afspeelt in justitiekringen. Niet zoals Amerikaanse legal thrillers, maar zoals met Michel Piccoli als integere rechter. Sylvie Vartan is zijn vrouw met duister verleden en Tcheky Karyo de corrupte advocaat, totaal miscast omdat zijn motoriek niet klopt: een advocaat loopt niet als een bodyguard. Het betere tv-werk.

**½

 

 

CÉLINE, Frankrijk 1991, 90 min.

 

Verpleegster redt het leven van het suïcidale rijke meisje Céline en stabiliseert haar dmv yoga. Maar Céline ontwikkelt metafysische kwaliteiten, terwijl de verpleegster zich te zeer aan haar gaat hechten. Door de down-to-earth benadering wordt de film nergens zweverig en blijft boeiend, maar dat wil niet zeggen dat het een geslaagde film is.

**½

 

 

NOCE BLANCHE, Frankrijk 1989, 89 min.

 

Heb ‘m op video in de kast staan en vond hem erg mooi. Eens kijken of ie op het grote doek staande zou blijven, want het verhaal is een invuloefening: leraar valt op leerlingen, een erg intelligente maar labiele lolita. Ze is erg levenswijs voor haar leeftijd, emotioneel verwaarloosd en eenzaam. Zij bloeit op, maar hij laat zijn verstand spreken en keert terug naar zijn vrouw (die hem overigens niet terug wil). Ten slotte huurt ze een kamer waar ze uitzicht heeft op hem terwijl hij voor de klas staat en sterft daar in alle eenzaamheid en van eenzaamheid. Dat is pas ware liefde! Volmaakt gecast (Bruno Cremer & de debuterende Vanessa Paradis) en hartverscheurend. Op tv kreeg ie ***, nu:

****

 

 

SPECIAAL PROGRAMMA

TRACKING TOMORROW: AUSTRALISCHE FILMS OVER en/of MET ABORIGINALS

 

ONE NIGHT THE MOON, Rachel Perkins, 2001, 56 min.

 

Meisje klimt ’s nachts uit raam om de maan te volgen, en verdwijnt. Haar ouders weigeren de hulp van een tracker: “No n***er on my land.” Na veel vruchteloze pogingen van de man om het meisje te vinden laat de vrouw tenslotte haar racisme varen en schakelt alsnog de tracker in: te laat. Vrijwel geheel gezongen film in een hybride vorm van singer/ songwriter, Ierse en aboriginal volksmuziek. Prachtig duet tussen de vader (this land is mine) en de tracker (this land is me).

***

 

 

RADIANCE, Rachel Perkins, 1998, 83 min.

 

Een bekend gegeven op niet verrassende wijze uitgewerkt. Drie totaal van elkaar verschillende zussen komen na lange tijd weer samen tijdens begrafenis van hun moeder. de grandioze vertolkingen maken er echter iets ontroerends en moois van.

***

 

 

WIND, Ivan Sen, 1999, 35 min.

 

Oude zieke sergeant en aboriginal tracker jagen op de moordenaar van een gouddelver. Dat blijkt een oude aboriginal priester te zijn. Prachtig gefotografeerd en geacteerd, spannend verhaal met magische elementen.

***

 

​

 

​

 

​

bottom of page