top of page

Zo dacht ik erover in 2004, op het IFFR.

​

​

21 GRAMS, Alejandro González Iñárittu, Verenigde Staten- Mexico 2003, 125 min.

 

Drie levens komen bij elkaar: Sean Penn krijgt een nieuw hart van een man die net overreden is door Benicio Del Toro, een bekeerde ex-crimineel. De man was getrouwd met Naomi Watts, die het verlies van hem (en hun twee dochters) niet kan verwerken en terugvalt op alcohol en drugs. De film wordt verbrokkeld verteld, zonder chronologie, als een terugblik van de stervende Penn. Film over schuld en boete, verlies en berouw. Met formidabel acteerwerk, en hoewel op het laatst de toevalligheden wel iets te nadrukkelijk een betekenis krijgen, heftige en schrijnende film die lang blijft naspoken.

****

 

 

ABJAD (THE FIRST LETTER), Abofazl Jalili, Iran/ Frankrijk 2003, 100 min.

 

Regisseur haalt herinneringen op aan zijn jeugd in het Iran van net voor de Revolutie, toen de strijd tussen islamisme en communisme nog net niet gestreden was. Zijn interesse in kunst (tekenen, muziek, fotografie) wordt gedwarsboomd door zijn vader, zijn liefde voor het joodse buurmeisje door de Revolutie, wanneer de joden gedeporteerd worden. Het jochie is echter een doorbijter. Prachtige film.

***½

 

 

AKARUI MIRAI (BRIGHT FUTURE), Kurosawa Kiyoshi, Japan 2003, 92 min.

 

Jongeman vraagt vriend om te zorgen voor zijn huisdier (een zeer giftige kwal die hij aan zoet water aan het laten wennen is) om daarna zijn baas te vermoorden. Eenmaal losgelaten in Tokio vermenigvuldigt de kwam zich razendsnel. Matig boeiende film, en die lichtgevende kwallen zouden een erg mooi plaatje hebben opgeleverd als de film niet op digitale video gemaakt was. Van Kurosawa is op het Festival ook DOPPELGÄNGER vertoond.

**

 

 

ANATOMIE DE L’ENFER, Catherine Breillat, Frankrijk 2004, 77 min.

 

Wat eerder totaal mislukte in ROMANCE levert nu een boeiend onderzoek op naar de essentie van de man-vrouw relatie vanuit politiek-seksuele invalshoek. Met veel van wat Breillat (die opvallend opgewekt en spraakzaam de film inleidde, wat wel eens anders is geweest) beweert kan ik het oneens zijn, ze zet je wel aan tot nadenken over vragen waarmee ik me zeg maar dagelijks geconfronteerd voel.

Tijdens het Festival was de z.g. menstruatiebloeddrinkscène een hot item en voor sommigen een staaltje van smakeloze sensatiefilmerij. Binnen de context van haar betoog vond ik deze scène echter heel goed getroffen en had deze de juiste symbolische waarde. Wanneer mannen, zoals Breillat betoogt, walgen van het lichaam van de vrouw, hetgeen zijn ultieme uitdrukking vindt in het bestempelen van ongestelde vrouwen als onrein, is het gezamenlijk drinken van menstruatiebloed toch een geslaagde symbolische poging om bloedverwantschap tussen de seksen te creëren?

***

 

 

BABOUSSIA (GRANNY), Lydia Bobrova, Rusland/ Frankrijk 2003, 97 min.

 

Gesol met oma die geen enkel familielid in huis wil nemen hoewel zij hen allemaal heeft opgevoed, met de belangrijkste aspecten van de huidige Russische samenleving als achtergrond: nouveau riche, alcoholisme, vluchtelingen uit Tsjetsjenië, afbrokkelen van familiebanden. Allemaal erg zielig, hoewel de oma alles gelaten over zich heen laat komen. Maar de film blijft te schematisch, de personages worden niet uitgewerkt en uiteindelijk doet het me allemaal niet zoveel.

**½

 

 

BOM, YEOREUM, GAEUL, GYEWOOL, GEURIGO, BOM (SPRING, SUMMER, FALL, WINTER… AND SPRING), Kim Ki-duk, Zuid-Korea/ Duitsland 2003, 103 min.

​

Monnik leeft met zijn leerling op een vlot in een meer. Jonge zieke vrouw arriveert om genezen te worden, en dat gebeurt door de opbloeiende liefde tussen haar en de jongeman. Hij volgt haar naar de bewoonde wereld, maar zoals de monnik zegt: “Verlangen leidt tot hebzucht, hebzucht leidt tot moord.” Typisch boeddhistische vertelling, mooi en liefdevol in beeld gebracht.

***

 

 

BÖSE ZELLEN, Barbara Albert, Oostenrijk 2003, 120 min.

 

Bij een kind wordt naar böse zellen gezocht maar niet gevonden. Alle dertigers zijn inmiddels wel al zelf böse zellen geworden, wat verbeeld wordt door de talloze volstrekt liefdeloze neukpartijen. Het meisje dat de hele film gepest wordt beleeft op het einde echter een mooie tedere eerste liefdesnacht met een jongen die in het begin zo’n losbandige dertiger heeft doodgereden. Daardoor krijgt de film dezelfde moraal als LOVELY RITA: wil het ooit nog goedkomen met Oostenrijk moet iedereen boven de dertig rücksichtlos geëlimineerd worden, voordat ze de jongeren met böse zellen kunnen besmetten. Die idee maakt deze somber makende treurigheid te verdragen.

***

 

 

THE BROWN BUNNY, Vincent Gallo, Verenigde Staten 2003, 90 min.

 

Ik was ervoor gewaarschuwd, want de pers stond er sinds Cannes vol mee, en ook de mensen in mijn directe omgeving die de film al gezien hadden waren die mening toegedaan: THE BROWN BUNNY is het slechtste wat in jaren op celluloid gezet is. Nu zal ik de laatste zijn om te zeggen dat het een geweldige film is, maar slecht kan ik hem niet vinden. Oké, die Gallo is een vreselijke ijdeltuit, hetgeen zijn bekroning vindt in die pijpscène, waarvan de enige functie is: kijk, ik krijg mijn actrice zover dat ze on-screen mijn enorm lekkere lul in haar mond neemt. Toch is het een tragisch verhaal over een man die de dood van zijn geliefde niet kan verwerken en vol schuldgevoelens vreselijk verloren rondloopt.

**

 

 

BU JIAN (THE MISSING), Lee Kang-sheng, Taiwan 2003, 82 min.

 

Wanneer een vrouw in een park naar de wc is geweest mist ze haar 3-jarig kleinkind. Een jongeman is op zoek naar zijn opa, die in de war is. Hoewel filmtaal en sfeer identiek zijn aan de films van Tsai Min-liang, is het onmogelijk het regiedebuut van Tsai’s vaste hoofdrolspeler Lee af te doen als epigonisme, daarvoor is de film te sterk, de beelden te mooi, de sfeer te beklemmend en precies uitgewerkt. En streeft Lee meteen zijn leermeester voorbij door een betere film af te leveren dan Tsai (zie volgende stukje).

****

 

 

BU JIAN BU SAN (GOODBYE DRAGON INN), Tsai Ming-liang, Taiwan 2003, 82 min.

 

Hommage van Tsai aan de oude cinema en aan de film DRAGON INN (aka LONG MEN KE ZHEN, zie aldaar), over een bioscoop die als allerlaatste voorstelling deze klassieker vertoont. De manke cassière loopt eindeloos trappen op en af op zoek naar de operateur, met wie ze eindelijk contact wil; een Japanner is op zoek naar vluchtig homocontact; de bioscoopzaal blijkt een prima plek om uitgebreid te lunchen. Ook in de zaal zitten enkele actuers uit DRAGON INN (onder wie Miao Tien, de vaderfiguur in alle films van Tsai), die ontroerd naar hun jonge zelf zitten te kijken. Hoewel ook nu weer extreem traag en grenzeloos melancholisch ook ongekend grappig.

***½

 

 

Code 46, Michael Winterbottom, Verenigd Koninkrijk 2003, 116 min.

 

 

De genetische kaarten zijn geschud. Code 46 bepaalt dat wanneer er enige genetische overeenkomst bestaat tussen man en vrouw deze niet samen kinderen mogen krijgen. De verzekeringsrechercheur Tim Robbins onderzoekt een fraudegeval en stuit al snel op verdachte Samantha Morton. In plaats van haar aan te geven wordt hij verliefd op haar. Vanwege Code 46 ontvluchten ze de alleen voor gepriviligeerde burgers toegankelijke stad en vestigen zich in de woestijn. Prachtige onmogelijke liefde in science fiction setting. En die ogen van samantha Morton, phew, maar dat wisten we al. Nu ontdekte ik ook haar stem (frappant detail: in SWEET AND LOWDOWN, de film waarmee ze bekend werd, sprak ze helemaal niet). ze vertelt het verhaal in de jij-vorm aan haar verloren geliefde. En haar stem in die voice over geeft de film een enorme emotionele meerwaarde.

****

 

 

HET DAK VAN DE WALVIS, Raul Ruiz, Nederland/ Frankrijk 1981, 90 min.

(achtergrondafbeelding)

​

in mijn herinnering een van de eerste films die me deed realiseren dat film niet persé een logisch verhaaltje hoefde te zijn, maar ook associatief en met beelden kon vertellen. En die beelden imponeerden enorm. Nu, ruim 20 jaar later, herken ik geen enkel beeld, maar ze hebben zich blijkbaar zo vast in mijn onderbewustzijn verankerd dat ik sommige later zelf gebruikt heb in de veronderstelling dat ik ze zelf bedacht. Bij herzien nu vond ik hem inhoudelijk/ ideologisch erg achterhaald. Maar door deze film heb ik elk jaar tijdens het Festival wel een film van Ruiz meegepikt. En daar zat veel moois bij.

**

 

 

DEAD END RUN, Ishii Sogo, Japan 2003, 60 min.

 

Drie korte verhalen over drie misdadigers die achternagezeten worden, zich vastlopen en de confrontatie aan moeten met de achtervolger, achtereenvolgens een robotmeisje, een hit-man en de politie. Mooie plaatjes en zeer sterke, opwindende muziek.

***

 

 

DEPUIS QU’OTAR EST PARTI, Julie Bertucelli, Frankrijk/ België 2003, 102 min.

 

Hoewel Otar jaren geleden al naar Frankrijk is vertrokken, draait zijn moeders leven nog helemaal om hem. Samen met dochter en kleindochter woont ze in Georgië. Hoofdrolspeelster Esther Gorintin werd 91 op de dag dat ik de film zag en kreeg een taart met kaarsjes (nee, geen 91) die ze moest uitblazen. Daarna zong een bomvolle Luxor Lang Zal Ze Leven voor haar! Hoewel de oude vrouw de show stal hoefde ze daar niet veel voor te doen, behalve een beetje ondeugend kijken. Het werkelijk goede spel kwam van haar dochter in een moeilijke rol en vooral van haar kleindochter, die bijzonder subtiel speelde. Innemende film voor een groot publiek. Enige relatie met de films van Otar Iosseliani (de in Frankrijk wonende Georgische regisseur voor wie Bertucelli gewerkt heeft en op wie de titel geïnspireerd is) zag ik overigens niet.

***½

 

 

DOM ZA VESANJE (TIME OF THE GYPSIES), Emir Kusturica, Joegoslavië/ Italië/ Verenigd Koninkrijk 1988, 142 min.

 

Oude Kusturica en zoals altijd bij hem uitbundig, fantasierijk en over zichzelf heen buitelend. Hij portretteert een zigeunergemeenschap als mensen die impulsief leven, vanuit hart en onderbuik. Degenen die hun hersens wel gebruiken zijn gewetenloos en misdadig, maar wel rijk en ze genieten aanzien. Grappig, meeslepend en ontroerend zonder de schaduwzijden uit het oog te verliezen.

***

 

 

DOPPELGÄNGER, Kurosawa Kiyoshi, Japan 2003, 107 min.

 

Het (onbewust) creëren van een dubbelganger die doet wat je zelf niet durft: dat kan een boeiende film opleveren, zeker wanneer de regisseur Kurosawa is, die ik sinds ik in 1998 het indrukwekkende CURE zag ben blijven volgen. Maakt hij dit jaar met BRIGHT FUTURE  nog een redelijke film (zie aldaar), dit is werkelijk vreselijk. Zelfs Yakusho Koji, briljant acteur uit SHALL WE DANCE?, WARM WATER UNDER A RED BRIDGE en EUREKA (een van de mooiste films van de afgelopen 10 jaar), kan de film niet redden.

*

 

 

ELEPHANT, Gus Van Sant, Verenigde Staten 2003, 81 min.

 

Van Sant weet de spanning fantastisch op te bouwen, door een aantal personages te introduceren en te volgen met prachtige, lang aangehouden shots waarin ze door de schoolgangen lopen. En door niet chronologisch te werken raak je als kijker gedesoriënteerd: het kan elk moment fout gaan. Maar de zo zorgvuldig opgebouwde spanning maakt hij na driekwart eigenhandig kapot wanneer hij inzoomt op de daders en hun voorbereidingen. Wat wel grandioos is, is dat hij dan een aantal mogelijke motivaties onderuithaalt, maar om dat door te hebben moet je goed opletten. Uiteindelijk blijft 1 ding over: pesten. Maar omdat je gepest wordt een halve school overhoop knallen, nee, dan moet er toch meer aan de hand zijn.

***

 

 

FALLEN GRACE, Sebastian Winkels, Duitsland 2003, 15 min.

 

De engelbewaarder (wel raar om zoiets katholieks te gebruiken bij een born-again christian) van GW Bush spreekt een hartig woordje met de president over het niet nakomen van zijn beloftes toen zij hem redde van de alcohol, en over zijn voortdurend verkeerde beslissingen. Ze geeft hem nog 1 kans. Ik denk dat het niet zal werken, zelfs niet als GW dit filmpje ziet. Was ie maar katholiek, dan kwam het misschien nog goed met hem.

**

 

 

FILME DE AMOR, Júlio Bressane, Brazilië 2003, 90 min.

 

Prentieuze en theatraal gestileerde art-cinema over 2 vrouwen en 1 man die hun dagelijkse sleur doorbreken door zich een weekend in een huis over te geven aan poëzie, filosofie, drank, drugs en seks. Je zou denken, nou dat is dan echt iets voor Tejo, maar nee, wat Bressane ervan maakt, irriteert.

 

 

FRICASSE, Martin Krejci, Tsjechië 2003, 14 min.

 

Over fijnproever in restaurant die basilicum over de fricasse te ordinair vindt en on gunpoint door de chef gedwongen wordt deze toch op te eten. Het restaurant is van onvoorstelbare schoonheid in dit zorgvuldig gemaakte filmpje.

**

 

 

GORI VATRA (FUSE), Pjer Zalica, Bosnië-Herzegovina/ Oostenrijk/ Turkije/ Frankrijk 2003, 105 min.

 

Tragikomedie over hoe Bosnische moslims na de oorlog proberen het leven weer op te pikken. Laveert tussen wat kluchtige humor en ernst en doet dat zeer overtuigend. In de ene scène nemen ze met de nodige zelfspot zichzelf op de korrel, terwijl in de volgende de pijn heel invoelbaar gemaakt wordt.

***

 

 

GREENDALE, Bernard Shakey, Verenigde Staten 2003, 87 min.

 

Bernard Shakey is het pseudoniem van Neil Young, die zijn conceptalbum Greendale letterlijk verbeeldt. Voegt niet zo erg veel toe aan de goede teksten en prachtige muziek. De film is een aanklacht tegen het milieuterrorisme van de grote bedrijven, politieke corruptie, het Irak-beleid van Bush en de meedogenloosheid van de media.

***

 

 

HAUTE TENSION, Alexandre Aja, Frankrijk 2003, 87 min.

 

Goed in beeld gebrachte redelijk spannende maar verder clichématige horror. Over jaloerse lesbienne die de familie van het meisje op wie ze verliefd is uitmoordt. Inclusief alter ego-motief en kettingzaag.

**

 

 

HYMYPOIKA (YOUNG GODS), J-P Siili, Finland 2003, 90 min.

 

Ik heb begrepen dat de regisseur wil waarschuwen maar dat heb ik niet begrepen. Sterker nog, ik had het idee dat ie stiekem wel schik had in het laten zien van de zieke praktijken van de jongens in de film, en dat maakt voor mij deze film irritant, kinderachtig en hypocriet.

*

 

 

INGEN NUMSIL (THE STORY OF THE WEEPING CAMEL), Byambasuren Davaa & Luigi Falorni, Mongolië/ Duitsland 2003, 91 min.

 

Het is altijd leuk om een bijna antropologisch inkijkje te krijgen in een mij totaal vreemde cultuur, en dat schattig wit babykameeltje dat wordt verstoten door zijn moeder is aandoenlijk en zielig. Hoogtepunt is het ritueel om moeder en baby kameel te herenigen. Wat een mooie muziek.

**½

 

​

KAKO UBIV SVETEC (HOW I KILLED A SAINT), Teona S. Mitevska, Macedonië/ Slovenië/ Frankrijk 2004, 82 min.

 

Jonge vrouw keert terug naar Macedonië en komt terug in een heel ander land dan het land dat ze verlaten had. Verschillende bevolkingsgroepen zijn tegen elkaar opgezet, haar jonge broertje is fervent nationalist geworden, oorlog is op komst. Verrassen subtiel en zeer genuanceerd beeld van een uiterste gecompliceerde situatie.

***½

 

 

KAMOSH PANI (SILENT WATERS), Sabiha Sumar, Pakistan/ Frankrijk/ Duitsland 2003, 99 min.

 

Boeiende film over het opkomend fundamentalisme in Pakistan eind jaren 70. Jongeman komt onder invloed van islamisme en keert zich af van zijn wereldlijke verloofde. En wanneer hij ontdekt dat zijn moeder eigenlijk een sikh is wordt zij voor hem automatisch een ongelovige en worden de koranlessen die zij geeft leugens. Tegen zoveel onredelijke onnadenkendheid is geen liefde opgewassen.

***½

 

 

KHAB-E KHKA (DREAMS OF DUST), Sepideh Farsi, Iran/ Frankrijk 2003, 82 min.

 

Prachtige droomachtige roadmovie over een vrachtwagenchauffeur, een tienjarige jongen en een vrouw door de Iraanse woestijn. Er valt verder niet echt iets zinnigs over te vertellen, het is een film waarvoor geen woorden gevonden kunnen worden en die je moet ervaren. Als een gedicht.

****

 

 

LEZATE DIVANEGI (JOY OF MADNESS), Hana Makhmalbaf, Iran 2003, 73 min.

 

Kijkje achter de schermen bij de zoektocht naar acteurs voor PANJ É ASR, de alweer prachtige nieuwe film van grote zus Samira, die overigens allesbehalve een gemakkelijke tante blijkt te zijn. De pas 13-jarige Hana blijkt ook al zo’n immens talent. Kan misschien een buitenstaander een portret maken over het talentvolste en interessantste gezin binnen de wereld van de cinema? Voormalig Held van de Revolutie vader Mohsen heeft zijn dochters opgevoed tot zelfstandig denkende mensen met een enorme ambitie, die precies weten wat ze willen.

***½

 

 

LICHTER, Hans-Christian Schmid, Duitsland 2003, 105 min.

 

Film over het lot van de massaal toestromende Oost-Europeanen die illegaal Franfurt a/d Oder bij de Poolse grens proberen te bereiken. De regisseur wil te veel verhalen vertellen. Zoals: de tolk die een man helpt maar tot twee keer bedrogen wordt, eerst door haar vriend die haar helpt, dan door de vluchteling zelf; de taxichauffeur die een echtpaar helpt om een communiejurk voor zijn dochter te kunnen kopen; projectontwikkelaars die elkaar alles toespelen en geen last hebben van enige moraal of mededogen; een man die een zaak wil opzetten maar niet opgewassen is tegen het iedereen-voor-zich kapitalisme waarmee hij te maken krijgt; jongen die hopeloos verliefd is op wel erg opportunistisch meisje. Had hij zich geconcentreerd op de 2 interessantste lijnen (tolk en taxichauffeur) had het een betere film opgeleverd en was er misschien wat lucht gekomen tussen al deze treurigheid.

**½

 

 

LONG MEN KE ZHEN (DRAGON INN), King Hu, Taiwan 1966, 111 min.

 

Klassieke eastern swashbuckler. Die gevechten zijn tegenwoordig veel spectaculairder maar wanneer je je daar overheen zet zie je een sprankelende, spannende film met veel (bedoelde) humor.

***

 

 

LU CHA (GREEN TEA), Zhang Yuan, China 2003, 83 min.

 

Hoewel deze niet zo aangrijpend is als zijn eerdere films (SONS, SEVENTEEN YEARS, I LOVE YOU), blijft Zhang overtuigen en worden zijn films nog steeds niet in Nederland uitgebracht. Een vrouw krijgt door middel van een blind date contact met een man. Ze tracht afstand te houden maar de man is koppig en gaandeweg ontstaat een steeds hechter wordend contact.

***

 

 

LA MEGLIO GIOVENTÙ, Marco Tullio Giordana, Italië 2003, 383 min.

​

De meest besproken film van het Festival, en terecht. Elk onderwerp van elk gesprek dat ik sindsdien gedurende het Festival gevoerd heb kon geïllustreerd worden met een scène uit de film. Wat een rijkdom, en na 6 uur neem je met pijn afstand van de personages en wil je dat het verder gaat. Heeft niks met soap te maken maar is gewoon een vervolg op NOVECENTO, maar minder drammerig. Alleen zo verschrikkelijk jammer dat de beeldkwaliteit zo beroerd is. Welke idioot heeft besloten zoiets prachtigs niet op 35mm te draaien maar op digitale video? Kan die persoon aub op staande voet ontslagen worden? Putjesschepper lijkt me een beroep dat beter bij zijn talenten past.

****

 

 

NAHF (NAVEL), Mohammad Shirvani, Iran 2004, 85 min.

 

Vier mannen cirkelen om vrouw in appartement in Teheran. Film is geschoten in experimentele vorm die we 20 jaar geleden in de VS en Europa ook wel tegenkwamen. Het resultaat is onevenwichtig, vaak saai en vervelend maar kent wel een aantal zeer sterke scènes. En de mooiste muziek van het Festival. En het bewijst de verbreding van de Iraanse cinema: niet alleen meer metaforen en maatschappijkritiek, maar ook persoonlijke navelstaarderij.

**

 

 

OSAMA, Barmak Sedigh, Afghanistan/ Japan/ Ierland 2003, 82 min.

 

Beginjaren van de Taliban. Twaalfjarig meisje verkleedt zich als jongen om te kunnen werken. Maar dan wordt ze opgepikt en weggevoerd naar een militaire koranschool. Natuurlijk valt ze daar door de mand. Ze zou eigenlijk ter dood veroordeeld worden maar wordt vrijgesproken omdat de mullah haar wil trouwen. Sombere, goed gemaakte film met een erg grappige scène, wannneer de mullah aan de jongens uitlegt hoe ze zich ritueel moeten wassen na een natte droom: of je links of rechts moet beginnen weet alleen Allah, want hij hangt in het midden.

 

 

RIGOLETTO, Corina van Eijk, Nederland 2003, 101 min.

 

De opera van Verdi in een moderne enscenering, met gangsters à la Klaas Bruinsma in hun villa’s met zwembad, en vrij expliciet naakt. De muziek staat natuurlijk als een huis en wordt zeer goed uitgevoerd, het verhaal over loyaliteit en opoffering is zeer tragisch maar naar 21e eeuwse begrippen niet meer goed invoelbaar. Op de een of andere manier werkt het echter wel, wat van de meeste klassieke stukken in hedendaagse setting nou bepaald niet gezegd kan worden. Mooi gedaan.

NB Op het Festival draaide nog een op Rigoletto gebaseerde film: RICK.

***

 

 

RUANG RAK NOI NID MAHASAN (LAST LIFE IN THE UNIVERSE), Pen-ek Ratanaruang, Thailand 2003, 112 min.

 

Obsessieve en suïcidale control-freak komt in contact met een wel erg slordig meisje, en dat levert natuurlijk voor de hand liggende taferelen en grappen op. En wat eveneens voor de hand ligt is dat ze wat voor elkaar gaan voelen. Na het richtingloze MON-RAK TRANSISTOR van vorig jaar komt Ratanaruang bijzonder sterk terug, want hoewel het allemaal clichématig lijkt zijn de grappen erg grappig, is het acteerwerk sterk, de film ontroerend en kiest de regisseur niet altijd voor de gemakkelijke weg.

***½

 

 

SHADOWS, John Cassavetes, Verenigde Staten 1958, 78 min.

 

Een cinematografische bijzonderheid, deze vertoning van de eerste versie van SHADOWS, die in 1958 drie vertoningen heeft gehad en daarna is zoekgeraakt. Deze versie is pas in november 2003 teruggevonden! Een rauw rafelig stukje beat-cinema met muziek van Mingus, over twee zwarte mannen en een zwarte vrouw (van wie maar 1 herkenbaar is als zwart, wat een essentiële rol speelt in de film) en hun struggle in life.

***

 

 

SOOKOTE BEINE DO FEKR (THE SILENCE BETWEEN TWO THOUGHTS), Babak Payami, Iran 2003, 95 min.

 

Ter dood veroordeelde vrouw kan niet worden geëxecuteerd omdat ze nog maagd is en dus naar de hemel zal gaan. De mullah wijst de beul aan om haar te trouwen en te ontmaagden zodat ze alsnog… Zeer minimalistisch verteld verhaal met krachtige beelden, waarin de geschiedenis en gehoopte toekomst van Iran metaforisch verbeeld wordt. Jammer dat die prachtige beelden teniet worden gedaan door de videokwaliteit: de 35mm opnames werden door de autoriteiten in beslag genomen.

***½

 

 

STRUGGLE, Ruth Mader, Oostenrijk 2003, 74 min.

 

Typisch Oostenrijkse treurigheid. Bijna klinisch wordt het leven van een er illegaal verblijvende Poolse en de baantjes die ze krijgt getoond. In het tweede deel nemen we het leven van de gemiddelde burgerman onder de loep, dat in de onmogelijkheid tot communiceren nog treuriger is. Op het einde komen hun levens samen (natuurlijk via een seksclub), en dat resulteert in iets moois? Sprookjes bestaan echter niet in Oostenrijk. Hoofdrolspeelster Aleksandra Justa speelt ook een belangrijke rol in het thematisch verwante maar totaal anders uitgewerkte LICHTER (zie aldaar).

**

 

 

SUNG NYANG PAL YI SO NYEO YI JAE RIM (RESURRECTION OF THE LITTLE MATCH GIRL), Jang Sun-woo, Zuid-Korea 2002, 125 min.

 

Het sprookje van het zwavelstokmeisje als hedendaagse game. Een game als film. Een film als game. Volgt de opzet van films als AVALON en EXISTENZ, maar heeft niet de pretentie een filosofisch statement te maken en dat is wel lekker. Duurt wel veel te lang.

**½

 

 

TWENTYNINE PALMS, Bruno Dumont, Frankrijk 2003, 119 min.

 

Verliefde man en vrouw rijden door Californische woestijn, dwalen wat, eten wat, rijden wat, ruziën wat, neuken wat, en beklimmen naakt een rotspartij om bovenop te zonnen. Het probleem is dat ze vanwege taalproblemen elkaar niet echt begrijpen. Met een extreem gewelddadig slot dat wat mij betreft uit de lucht kwam vallen. De aanwezigheid van de als vanouds fascinerende Katia (vroeger Yekaterina, muze van Sharunas Bartas) Golubeva geeft de film meerwaarde, alleen al door haar blik. Ze kijkt me dwars door het scherm heen aan en dan voelt het alsof ik haar persoonlijk ken, maar ze verliest intussen niets van haar mysterieuze verschijning. Zelfs niet in haar mooie blote kont.

***

 

 

THE WOODEN CAMERA, Ntshaveni WaLuruli, Zuid-Afrika/ Frankrijk/ Verenigd Koninkrijk 2003, 90 min.

 

Een soort CIDADE DE DEUS (vorig jaar te zien geweest) in Zuid-Afrika, maar lang niet zo goed en virtuoos. De sympathieke hoofdpersonages maken het aardig.

**

 

 

ZATOICHI, Kitano Takeshi, Japan 2003, 116 min.

 

Kitano verfilmt het verhaal van de mythische volksheld Zatoichi met een vermakelijk resultaat. Minpunt is dat hij de offscreen-synthesizermuziek laat doorlopen wanneer on screen prachtige koto-muziek te horen is. Ook die anachronistische musicalachtige dans op het einde had voor mij niet gehoeven.

***

 

​

HET ZUIDEN, Martin Koolhoven, Nederland 2004, 87 min.

 

Gigantische miskleun van Koolhoven, die eerder met AMNESIA en vooral SUZY Q toch heeft bewezen talent te hebben. Dit is echter om te huilen zo ongeloofwaardig en slecht. Niks klopt. Alleen Oksana Akinshina (LILYA 4-EVER) overtuigt. Hoe heeft zo’n jonge actrice uit Rusland zich staande kunnen houden tussen het ongetwijfeld enorme gestuntel op de set? Het ene sterretje is dan ook voor haar.

*

bottom of page