top of page

Ook in 2010 leverde ik mijn bijdrage aan het LFC boekje met de films die ik in Rotterdam zag. Op zoek naar de vrouw heette de uitgave...

​

​

​

​

ADRIFT (CHOI VOI), Bui Thac Chuyen, Vietnam/ Frankrijk 2009, 105 min.

​

Mooi gefotografeerd en belicht maar erg afstandelijk drama over een vanaf het begin al mislukkend huwelijk. Doet soms denken aan Antonioni, zowel in thematiek (de leegte binnen: menselijke verhoudingen, het leven an sich, liefdesrelaties) als in esthetiek, zonder ook maar een moment in de buurt van diens niveau te geraken.

**  

 

AIR DOLL (KUKI NINGYO), Kore-Eda Hirokazu, Japan 2009, 116 min.

​

Een man heeft een relatie met een opblaaspop. Die komt langzaam tot leven zonder dat hij het weet, en gaat de wereld verkennen. Vaak levert dat voor de hand liggende situaties op, maar hoofdrolspeelster Bae Doo-na (enkele jaren geleden in LINDA LINDA LINDA ook al zo weergaloos) is zo overtuigend dat je dat voor lief neemt. Ergens op driekwart van de film verliest Kore-Eda echter zijn grip op de film, weet hij niet hoe hij naar een einde moet werken. Een film met een interessant uitgangspunt (wat maakt ons mens en hoe precies onderscheiden we ons van replica’s) loopt leeg als een kapotte opblaaspop. Voor de boekverkoper die verliefd wordt op Bae Doo-na geldt: I blew up your body, but you blew my mind (Roxy Music: In Every Dream Home a Heartache).

***  

 

BLIND DATE, Cyril Ducotett & Shams Bhanji, Oeganda 2009, 14 min.

​

Een korte poëtische film waarin de ontmoeting tussen Adam en Eva, allebei blind, verbeeld wordt. Niet onaardig, en Eva is wel heel erg mooi. Helaas zat alleen Adam naast me in de zaal.

**½  

 

BORDERLINE, Kenneth MacPherson, Verenigd Koninkrijk 1930, 63 min.

​

Oude Engelse film over een zwarte man in een kleine Engels dorp die een relatie krijgt met een witte vrouw. Dat wordt niet door iedereen geaccepteerd, met moord als gevolg, waarna de zwarte man gedwongen wordt het dorp te verlaten. Hij is weliswaar niet de moordenaar, maar wel de ‘oorzaak’. De moordenaar gaat verder vrijuit.

**½  

 

LES BOULISTES, Amour Sauveur, Congo Brazzaville 2009, 6 min.

​

Zag een van de dertien korte filmpjes die dit gezelschap jonge filmmakers maakte. Niet meer dan een grap. Een jongen komt in de problemen door de letter Q bij scrabble, want verliest een hoop geld. Zijn oom denkt echter dat hij in de problemen is gekomen door ‘des culs’ (kont, een zeer prominent lichaamsdeel bij veel Afrikaanse vrouwen).

*½  

 

CANNED MEAT, Terril Calder, Canada 2009, 28 min.

​

Animatie over de vergankelijkheid van de vrouwelijke schoonheid, met een zelfreflecterende voice over die maar door- en doorgaat. Is het een boude opmerking om te beweren dat vrouwen meer met hun eigen uiterlijk bezig zijn dan dat mannen met het uiterlijk van vrouwen bezig zijn? Of is dat een kip-en-ei verhaal?

*  

 

CAPRICIOUS WOMAN (ZANEH BOLHAVAR), Hamideh Razavi, Iran 2009, 5 min.

​

Close up van een wapperend gordijn. Net als dat gaat vervelen wordt uitgezoomd en blijkt het een burka te zijn, van een vrouw die staat te liften en in een truck stapt. Spannend, leuk, verrassend.

**½  

 

C’EST DÉJA L’ÉTÉ, Martijn Maria Smits, België/ Nederland 2010, 85 min.

​

Tja, als je in Seraing een sociaal-realistsich drama gaat maken over een disfunctionele familie, dan moet je niet raar opkijken wanneer iedereen de vergelijking trekt met de films van de Dardennes-broers. Hij gebruikt zelfs gedeeltelijk dezelfde locaties als in L’ENFANT. De film is erg treurig en uitzichtloos, maar je zit erbij en je kijkt ernaar. Het ontstijgt nauwelijks de registratie. Het lijkt een uitwerking van de premisse: Mensen zijn van nature goed, maar door de slechte sociale omstandigheden groeien ze op voor galg en rad. Zou dat het zijn? Dat jochie speelt overigens wel onverstoorbaar en sterk.

**½  

 

LES CHASSEURS D’IVOIRE, Alfred Machin, Frankrijk 1912, 6 min.

​

Europese jagers schieten een olifant dood, de Afrikanen mogen hem op zijn zij leggen (een hele stam is nodig om hem in beweging te krijgen). Snel zien we wat er verder mee gedaan wordt, zoals vlees om op te eten, maar het gaat vooral om het ivoor. We zien werklieden er allerlei snuisterijen van maken voor de westerse markt.

**½  

 

CHAUDRONNERIE D’ART, Samba Felix N’Diaye, Senegal 1989, 17 min.

​

Met houten kisten en zand als mallen wordt uit oude machines gewonnen aluminium omgewerkt tot potten, pannen en bestek. Niet zo mooi als uit de fabriek, zegt een arbeider, maar ze gaan een leven lang mee. Eerst denk je: waar kijk ik naar, wat doen ze toch, maar op het einde blijkt dat zwaar fysieke werk te leiden tot nuttig keukengerei.

**  

 

CHEZ LES WATUZZIS, Rwanda 1920, 7 min.

​

Kort filmpje over de rituelen aan het hof van koning Yuhi V van Rwanda in de jaren 20, wanneer een Belgische familie op bezoek komt. Prachtige opnames van een voorgoed verleden tijd. Terwijl ik dit typ luister ik naar muziek aan het hof van Yuhi’s zoon en opvolger Mutara III.

***½  

 

CUILOS (GUINEE PIGS), Paz Fábrega, Costa Rica/ Frankrijk 2008, 12 min.

​

Sfeervol kort filmpje over grote zus die vriendje op bezoek krijgt en aan moeder verraden wordt door kleine zus.

**  

 

DEATH OF THE POET (SAIRISI GURA), Elif Ergezen, Turkije 2009, 18 min.

​

Boeiende korte docu over een Georgische dichter/ schilder Hasan Helimisi, aan de hand van archiefopnames en middels een interview met zijn dochter, die haar vader nooit gekend heeft.

**  

 

DIRTY SUIT, Noel Munyurangabo, Rwanda 2009, 19 min.

​

Vrij zinloos filmpje over een man die erg van de fles houdt, zelfs letterlijk. De rode Rwandese grond en groene heuvels op de achtergrond maken wat goed.

*  

 

DOGTOOTH (KYNODONTAS), Yorgos Lanthimos, Griekenland 2009, 96 min.

​

Man en vrouw houden hun gezin angstvallig afgescheiden van de buitenwereld: zoon en twee dochters zijn nog nooit buiten de hekken van het huis geweest. Ze hebben een heel eigen realiteit opgebouwd, waarbij bedreigende woorden (want refererend aan contact met de buitenwereld) als ‘telefoon’ een andere betekenis krijgt. In dit geval ‘zout’. Maar deze boze buitenwereld dringt onherroepelijk het huis binnen, in de persoon van een vrouwelijke collega van de vader, die af en toe in huis komt om de zoon aan zijn gerief te laten komen. Lijkt op de eerste blik erg bizar, maar het zijn uitvergrotingen van mechanismes die we allemaal toepassen. Wat de film laat zien is hoe angst de relatie met en blik op de werkelijkheid totaal kan verstoren.

***½  

 

LES EGARÉS DE L’HÉMISPHÈRE SUD, Daddy Ruhorahoza, Rwanda 2008, 17 min.

​

In een badkuip discussiëren een Rwandese jongeman en zijn Canadese vriendin over expats, ontwikkelingssamenwerking, een leven opbouwen in Afrika, enz. En we komen te weten waarom Afrikaanse mannen zo vaak seks moeten hebben: om met hun lage levensverwachting toch aan het gemiddelde te komen.

**½  

 

ELEPHANTENHAUT, Severin Fiala & Ulrike Putzer, Oostenrijk 2009, 34 min.

​

Een vrouw van middelbare leeftijd heeft zich haar hele leven alleen maar dienstbaar opgesteld. Ze offert zich op voor haar nare, veeleisende, zieke moeder. Maar dan verschijnt een Elvis-impersonator die interesse in haar heeft. Thuis wacht echter Mutti. Wat doet ze? Sterk spel in een grauwe Oostenrijkse werkelijkheid.

**½  

 

FIGHTING WITH FATHER, Daniel Debebe Negatu & Yonas Endale, Ethiopië/ Verenigde Staten 2009, 15 min.

​

Ethiopische film over een zoon die in conflict komt met zijn vader die altijd dronken is. Als zijn moeder overlijdt wordt hem duidelijk waarom en door beider verdriet kan hij weer toenadering zoeken. Hoe eenvoudig gemaakt ook is wel duidelijk dat de maker over zowel cinematografisch als narratief talent beschikt.

**½  

 

FOXES (LISTICKY), Mira Fornay, Tsjechië/ Slowakijke/ Ierland, 2009, 83 min.

​

Twee Slowaakse zussen in Dublin. De een heeft het ogenschijnlijk redelijk op orde, de ander kan haar draai niet vinden. Je denkt de hele tijd: waarom maak je het jezelf en je omgeving toch zo verdomd moeilijk, dat is toch nergens voor nodig. Maar je sympathie blijft toch bij haar, je voelt haar onvermogen om iets van het leven te maken. Langzaam wordt duidelijk dat een voorval nog uit de tijd dat ze in Slowakije woonden haar gedrag veroorzaakt. Grauwe, droevige film, maar wel goed.

***  

 

GREEN DREAMS (RUZHAYE SABZ), Hana Makhmalbaf, Iran/ Frankrijk 2009, 73 min.

​

Docufictie over de Iraanse verkiezingen van afgelopen jaar, de hoop en verwachtingen, en de desillusie nadat de overwinning van Mousavi werd gestolen door Ahmadinejad. Duidelijk een haastproductie, ingegeven door de actualiteitswaarde, en daarom nogal warrig. Met een nieuwe montage zal deze film wel een belangrijk tijdsdocument kunnen worden. Overigens ongelooflijk hoe een mislukte ex-president als Khatami (mislukt want al zijn pogingen tot liberale hervormingen werden tegengehouden door de Raad der Hoeders) toch nog zo onvoorstelbaar populair is: als een sportheld of popster weet hij een vol voetbalstadion in extase te brengen.

**  

 

GUGU & ADILE, Minky Schlesinger, Zuid-Afrika 2009, 98 min.

​

Het Romeo en Julia verhaal, in dit geval zich afspelend in Zuid-Afrika, tegen de achtergrond van de oplopende spanningen aan de vooravond van de eerste vrije verkiezingen, toen duistere krachten binnen politie en politiek probeerden zwarte bevolkingsgroepen (de Xhosa van het ANC tegen de Zulu van Inkatha) tegen elkaar op te zetten, hetgeen bijna eindigde in een burgeroorlog. De Xhosa Adile wordt verliefd op de mooie Zulu Gugu. Recht toe recht aan maar wel meeslepend verteld. Uiteindelijk weet de in het roze geklede bisschop de gemoederen te bedaren, maar voor Gugu en Adile is het te laat: zij liggen dood in elkaars armen in het maisveld.

***½  

 

HADEWIJCH, Bruno Dumont, Frankrijk 2009, 105 min.

​

Dumont onderzoekt de radicale geest aan de hand van een jong meisje dat door moeder overste uit het klooster gezet wordt omdat ze te fanatiek is. Leven in de gewone wereld zal haar matigen. Niets is echter minder waar want al snel raakt ze in de ban van een moslimfundamentalist. Het is allereerst de keuze tussen een spiritueel leven en een leven in de fysieke wereld. Verder maakt hij duidelijk dat er weinig verschil zit tussen christendom en islam. En dat mensen met een radicale manier van denken zinnige dingen kunnen zeggen en aardige mensen kunnen zijn. In het laatste deel van de film laat Dumont zien dat aandacht, liefde en bekommernis mensen uit hun extreme gedachtepatronen kan halen. Zeer rijke en sublieme film die vanwege de complexiteit meermaals bekeken moet worden, en als enige film van het festival discussies uitlokte.

****½  

 

HUNTING & ZN, Sander Burger, Nederland 2010, 90 min.

​

Film is een inkijkje in een samenleving die je volkomen vreemd is, dus met dit burgertruttig milieu dat keihard meezingt met Bløf zit het wel snor, want dat staat  verder van me af dan een Pygmeeënstam in Congo. Maria Kraakman en Dragan Bakema leiden een saai en leeg bestaan in een saaie en lege film. Dan raakt ze zwanger en stopt met eten, slaan bij hem de stoppen door en vliegt de film gierend uit de bocht. Ook in werkelijkheid zijn Bakema en Kraakman een stel, maar de chemie tussen hen is 0,0. In MY QUEEN KARO zijn ze weer samen te zien… als gescheiden stel.

*  

 

INFERNO (L’ENFER DE HENRI-GEORGES CLOUZOT), Serge Bromberg & Ruxandra Medrea, Frankrijk 2009, 94 min.

( zie achtergrondafbeelding)

​

Wat een film zou dat zijn geworden, maar helaas is ie nooit afgemaakt. Clouzot experimenteerde er lustig op los om hallucinerende effecten te krijgen om de ziekelijke jaloezie van het hoofdpersonage te verbeelden, en dit zou de eerste psychedelische film zijn geworden, ware het niet dat Clouzot zich helemaal verloor in perfectionisme, na een ruzie hoofdrolspeler Sergio Reggiani kwijtraakte en vervolgens tijdens een opname zelf een hartinfarct kreeg. Romy Schneider is ronduit spectaculair, en bevestigt met de bewaard gebleven opnames haar status als mooiste en beste actrice ooit.

****  

 

J’AI TUÉ MA MÈRE, Xavier Dolan, Canada 2009, 100 min.

​

Is dat altijd zo en valt het me dit jaar pas op, dat het wemelt van de films over disfunctionele families? Nu eens niet uit België (zie daarvoor LOST PERSONS AREA, MY QUEEN KARO en C’EST DÉJA L’ÉTÉ), maar uit Canada. Moeder en puberzoon kibbelen voortdurend, en dat eindigt meestal in een schreeuwpartij en kwetsende opmerkingen zijnerzijds. Het hoofdpersonage wordt gespeeld door de regisseur die zich baseerde op zijn eigen jeugd. Wat dan opvalt is dat de sympathie van de kijker vooral bij de moeder ligt, ondanks haar fouten en tekortkomingen en soms onredelijkheid. Dapper van de maker om zichzelf zo onsympathiek neer te zetten.

***  

 

LEBANON, Samuel Maoz, Israel 2009, 94 min.

​

Claustrofobische film over een paar Israelische jongemannen bij de inval in Libanon begin jaren tachtig, die alles alleen vanuit de periscoop van hun tank zien. En wij met hen. De smerigheid, de desoriëntatie, het totaal niet weten wat en hoe en waar en waarom, je maakt het allemaal zelf mee. In 1 onverdraaglijke scène beleef je waarom er nu pas in Israel films gemaakt kunnen worden over Libanon: wanneer ze opdracht krijgen een gebouw te beschieten waar zich een ‘terrorist’ bevindt, maar ook een gezin met een dochtertje van een jaar of acht. De gruwelen die Israel daar heeft aangericht zijn zo hemeltergend dat het verwerkingsproces nu pas op gang begint te komen. Wij Nederlanders wachten al vijftig jaar op de eerste films over de politionele acties. Wat moet daar toch allemaal gebeurd zijn?

****  

 

LIFE DURING WARTIME, Todd Solondz, Verenigde Staten 2009, 96 min.

​

Vervolg op HAPPINESS. We volgen de drie zussen Joy, Trish en Helen. De zoveelste disfunctionele familie van het festival. Trish moet aan 12-jarige zoon vertellen dat vader Bill nog leeft en pedofiel is. Inmiddels komt Bill uit de gevangenis en bezoekt zijn oudste zoon (die uit HAPPINESS). Wat volgt is een mooie en ontroerende scène. Joy (gespeeld door de als altijd engelachtige Shirley Henderson) wordt achtervolgd door doden en ook dat levert een paar hilarische scènes op. Leuk overigens om Ally Sheedy weer te zien, als Helen, maar haar rol komt nauwelijks uit de verf. Eigenlijk is het een vrij vlakke film, maar dat kan komen omdat ie voor mij helemaal aan het eind van het festival zat.

**½  

 

LOST PARADISE IN TOKYO, Shiraishi Kazuya, Japan 2009, 115 min.

​

Schattige lieve film over een overjarige want al 21-jarige idol die gevraagd wordt door een man om zijn geestelijk gehandicapte broer seksueel te bevredigen. Tussen hen drie ontstaat langzaam een hechte relatie. Die wordt echter wreed verstoord wanneer de vader zich meldt van het meisje dat ooit door de gehandicapte broer is verkracht.

***½  

 

LOST PERSONS AREA, Caroline Strubbe, België/ Nederland/ Hongarije/ Duitsland 2009, 110 min.

​

In een havengebied woont een voorman, zijn vrouw die de kantine voor de arbeiders beheert, en hun dochter van een jaar of vijf. De film heeft te lijden onder de op momenten lelijke esthetiek (slordig camerawerk, onscherpte, overbelichting, zinloos tegen de zon in) en het vlakke voor de hand liggende scenario. Wat de film bijzonder maakt is de rol van het door mysterie omgeven dochtertje dat helemaal in haar eigen wereld leeft, alle mogelijke voorwerpen verzamelt, en hunkert naar aandacht van haar ouders, die vooral met elkaar en met zichzelf bezig zijn. Dat levert enkele grandioze scènes op.

**½  

 

LOURDES, Jessica Hausner, Oostenrijk/ Frankrijk/ Duitsland 2009, 98 min.

​

Koel en afstandelijk registreert Hausner het hele Lourdescircus. ’t Lijkt wel Disneyworld voor gehandicapten. In het middelpunt zit (want staan kan ze niet) de zwaar aan MS lijdende Sylvie Testud, met een rood hoedje. “Ik ben hier alleen omdat je in een rolstoel anders de deur niet uitkomt.” Down to earth met een vleugje cynisme. Dan gebeurt het wonder: ze kan weer bewegen, lopen, dansen zelfs. Bij de andere gehandicapten slaat de jaloezie toe; bij de clerus en de medische wereld slaat de bureaucratie toe (“Een wonder is pas een wonder als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Alleen maar weer kunnen lopen is niet voldoende”). Een werkelijk grandioze acteerprestatie van Testud: achtereenvolgens gelaten, cynisch, voorzichtig verheugd, als een kind dat de wereld stap voor stap herontdekt.

****  

 

MAIBOBO, Yves Montand Niyongabo & Jean Bosco Nshimiyimana, Rwanda 2010, 30 min.

​

Rwandese jongeren die geboren zijn als gevolg van verkrachtingen gedurende de genocide worden uitgekotst door de samenleving en maibobo genoemd. Yves Montand Niyongabo maakt er een gefictionaliseerde korte film over. Door slordige en onvolledige vermeldingen bij de verschillende programma’s zag ik de film twee keer. Ook die tweede keer liet het weinig indruk achter, ondanks het aangrijpende onderwerp (en mijn speciale interesse in Rwanda).

**  

 

LES MALLES, Samba Felix N’Diaye, Senegal 1989, 14 min.

​

Grote metalen oliedrums worden handmatig omgewerkt tot koffers. Ook nu weer (zie: CHAUDRONNERIE D’ART) denk je: waar kijk ik naar, wat doen ze toch, maar op het einde blijkt dat zwaar fysieke werk te leiden tot grote mooie koffers.

**  

 

MIYOKO (MIYOKO ASAGAYA KIBUN), Tsubota Yoshifumi, Japan 2009, 86 min.

​

Verfilming van de manga’s van Abe Shinichi, en omdat Abe zijn inspiratie vond in zijn vrouw Miyoko: een biopic. Dramatisch, tragisch, ontroerend, maar het pakte me niet. Was het het bijna hysterisch acteren van de personages, behalve van Miyoko, die als een baken van rust in het midden staat en blijft staan? Het heeft wel mijn interesse opgewekt voor de manga’s van Abe. Hier had veel meer in gezeten.

**  

 

MY QUEEN KARO, Dorothée van den Berghe, België/ Nederland 2009, 101 min.

​

Belgisch gezin (man, vrouw, 10-jarige dochter Karo) verhuist naar Amsterdam, om in vrijheid te leven: in een kraakpand, midden jaren zeventig. De man is een dogmatisch anarchist, gelooft in de vrije liefde en brengt dat meteen in de praktijk. Zijn vrouw trekt zich vervolgens terug in haar eigen wereld. Karo staat in het midden, ontbeert houvast en moet vechten voor haar eigen plek. De film wordt qua scenario nogal schetsmatig ingevuld, maar daar staat het natuurlijke en levensechte spel tegenover van de goddelijke Deborah François als gevoelige, creatieve moeder, en vooral van Anna Franziska Jäger (dochter van choreografe Anne Teresa de Keersmaeker) als Karo, die zich letterlijk met huid en haar en lijf en leden in haar rol stort.

***½  

 

MY SON MY SON WHAT HAVE YE DONE, Werner Herzog, Verenigde Staten/ Duitsland 2009, 91 min.

​

Amerikaanse thriller van Herzog met hoofdrollen voor Willem Dafoe, Chloë Sevigny en Udo Kier. Een man heeft zijn moeder vermoord en houdt zich schuil met twee gijzelaars. Aan de hand van verklaringen van zijn vriendin, een vriend, en ooggetuigen komen we langzaam de achtergrond en toedracht te weten: na een raftongeluk waarbij al zijn vrienden omkwamen behalve hijzelf, werd hij godsdienst-psychotisch. Vervolgens gaan acteren in een toneelstuk over Oidipous helpt dan niet echt. Goed opgebouwd en goed acteerwerk. O ja, de twee gijzelaars blijken flamingo’s te zijn.

***  

 

NOBODY KNOWS ABOUT PERSIAN CATS, Bahman Ghobadi, Iran 2009, 106 min.

​

Zoals Fatih Akin al eerder deed met Istanbul in CROSSING THE BRIDGE, doet Ghobadi nu met deze film: ons een inkijk geven in het verborgen muziekleven van Teheran. Ghobadi betrekt er echter wel meer de werkelijkheid van Iran bij, maar wat wil je. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de Teheranse muziekcultuur rijker is dan wat we te zien krijgen. Vooral de meer traditionele muziek ontbreekt grotendeels.

***  

 

NYMPH (NANG MAI), Pen-ek Ratanaruand, Thailand 2009, 94 min.

​

Man en vrouw gaan het oerwoud van Thailand in om foto’s te maken, maar worden als het ware opgeslokt door natuurgeesten. Traag, dreigend, met een mooie soundtrack die wel gemaakt had kunnen zijn door Eno, juist ontwaakt uit een nachtmerrie.

**** 

 

EL PASANTE, Clara Picasso, Argentinië 2010, 65 min.

​

Jongeman wordt aangenomen in een hotel waar hij wordt ingewerkt door een receptioniste. Op een gegeven moment gaan ze detective spelen wanneer een welgesteld man het hotel verlaat, terwijl de vrouw met wie hij kwam en die vóór hem zou moeten vertrekken, nog niet weg is. En onvindbaar. Ze zit trouwens gewoon aan de bar. Zeldzaam zinloos product, waarin niks gebeurt en geen spanning zit. Alleen in de eindscène werden enkele interessante dingen gezegd.

*  

 

PEPPERMINTA, Pipilotti Rist, Zwitserland/ Oostenrijk 2009, 80 min.

​

Teletubbies on acid. Roodharig meisje wil door midden van kleuren de wereld beter maken. Het lukt in elk geval wel al met de man die overal allergisch voor was (maar nu niet meer) en het strenge meisje dat nu een stuk losser is. Totaal naïef, geschift en eigenlijk ook heel erg plat. Stelt eigenlijk niks voor maar is vermakelijk zolang het duurt. Maakster Pipilotti Rist is van oorsprong videokunstenares en dat is aan haar eerste ”speelfilm” goed af te zien. Veel bloot en heerlijk weelderig schaam- en okselhaar. Dat is dus nog niet uitgestorven.

**½  

 

POLICE, ADJECTIVE, Corneliu Porumboiu, Roemenië 2009, 115 min.

​

Politie-agent schaduwt drie jongelui die wel eens een jointje roken. De helft van de film bestaat uit zinloos niks, wanneer hij aan het schaduwen is, en de regisseur stelt daarbij de kijker danig op de proef. Het gaat ook helemaal nergens over wil hij daarmee zeggen. De andere helft bestaat uit scènes met weergaloos grappige dialogen die nergens over gaan, en waar Tarantino nog een puntje aan kan zuigen.

***½  

 

PROMENADE DE SUDAN, Soedan 2008, 4 min.

​

Eigenlijk was deze film alweer voorbij voordat je er erg in had. Allerlei zaken schieten voorbij: sabelgevechten, dans, gereedschap maken.

**  

 

UN PROPHÈTE, Jacques Audiard, Frankrijk 2009, 149 min.

​

De jonge analfabete Malik komt in de gevangenis en zal er een hele tijd gaan blijven. Hij werkt zich langzaam op in de hiërarchie, juist door geen kant te kiezen: Arabier voor de Corsicaanse maffia, Corsicaan voor de Arabieren. Wat opvalt is het enorme acteertalent van Tahar Rahim, die moeiteloos de hele film draagt. Wel duurt de film wat te lang.

****  

 

RAPT, Lucas Belvaux, Frankrijk 2009, 125 min.

​

Een rijke en getrouwde industrieel houdt van gokken en van de vrouwtjes. Hij wordt ontvoerd maar familie noch zakenpartners kunnen het losgeld opbrengen. Intussen wordt zijn geheime leven openbaar. Als hij vrijkomt krijgt hij alleen letterlijk een warm bad, zijn directe omgeving geeft hem echter een koele ontvangst: zijn bedrijf komt erachter ook zonder hem te kunnen draaien, zijn vrouw en dochters keren zich tegen hem. Hij raakt dus alles kwijt: bedrijf, familie, geld, respect. Goed gemaakte thriller met psychologisch uitgewerkte personages en veel de genreconventies ontstijgende verrassende ontwikkelingen.

***  

 

RASTUS IN ZULULAND, Arthur Hotaling, Verenigde Staten 1910, 8 min.

​

Een luie Afro-Amerikaan droomt dat hij strandt op een strand in Afrika en moet kiezen: ofwel trouwen met de dochter van het stamhoofd ofwel in de soepketel. Zonder een moment van twijfel springt hij in de soepketel. Dan wordt hij wakker. Zo zagen de Amerikanen dus hun zwarte landgenoten: luie niksnutten die blij moesten zijn in een beschaafd land te zijn terechtgekomen en niet waren achtergelaten bij de kannibalistische wilde Afrikanen.

**  

 

THE RAT TRAP, Kimela Billa, Tanzania 2008, 13 min.

​

Een jongen op een kostschool voelt zich altijd slachtoffer van een leraar en roept de hulp in van vrienden om hem een lesje te leren. Niet onaardig.

**  

 

RED, WHITE & BLUE, Simon Rumley, Verenigd Koninkrijk/ Verenigde Staten 2010, 102 min.

​

Een meisje dat op haar 4e verkracht is door haar stiefvader en met HIV is besmet neemt wraak op alle mannen door er zoveel mogelijk onbeschermd te neuken (“condooms zijn voor homo’s”) en er hopelijk zoveel mogelijk te besmetten. Een jongen die door haar besmet is en die op zijn beurt via bloedtransfusie zijn moeder heeft besmet slaat door en doodt haar. Daarna neemt een psychopaat die verliefd op haar was gruwelijk wraak. Terwijl het eerste deel zeker interessant is, ontaardt het uiteindelijk in een bloederige slachtpartij. Met Amanda Fuller en Noah Taylor.

*½  

 

LE REFUGE, François Ozon, Frankrijk 2009, 88 min.

​

Ik ging er een beetje met tegenzin heen, vond Ozons uitspraak “Ik heb altijd al een film met een zwangere vrouw willen maken” een ergerlijk geval van zo’n typische homofetisj, en ik heb het evenmin op pathetische junkies. Bovendien speelt hij het wel vaker klaar om ernstig teleur te stellen. Kortom: vooroordelen zat. Het blijkt echter een van de betere Ozons te zijn, en het is inderdaad mooi om de hoofdrolspeelster tijdens het vorderen van de zwangerschap te zien veranderen. Deze keer bovendien geen film over film of vormexperiment, maar een mooi en tragisch verhaal vol liefde voor de personages.

***½  

 

REYKJAVIK-ROTTERDAM, Oskar Jonasson, IJsland/ Nederland 2009, 90 min.

​

Strakke, goed in elkaar zittende, spannende thriller. Elke handeling, alles wat je ziet, heeft betekenis voor de voortgang van het verhaal. Zelfs een vreselijk schmierende Victor Löw kan de pret niet drukken.

***  

 

RWANDA: TAKE TWO, Pia Sawhney, Verenigde Staten/ Rwanda 2010, 50 min.

​

Documentair portret van twee jonge filmmakers uit Rwanda. Van een van hen wordt tijdens het festival de film MAIBOBO vertoond. Deze docu maakt echter weinig indruk, is vlak en voegt weinig informatie toe over de situatie aldaar.

**  

 

SAMSON & DELILAH, Warwick Thornton, Australië 2009, 101 min.

​

Delilah schildert samen met haar oma doeken, die ze voor een habbekrats verkopen maar waarvoor in de stad grof geld wordt neergelegd. Samson praat niet en houdt zich voornamelijk bezig met lijmsnuiven. Ze wonen beiden in een kleine aboriginalgemeenschap. Het leven is oersaai. Delilah houdt de avances van Samson verre van zich. Wanneer oma sterft en Samson in verzet komt tegen de zich dagelijks herhalende identieke sleur worden ze het dorpje uitgezet. Als zwerfkinderen proberen ze te overleven in de stad. Een ontzettend droevig stemmend verhaal, want het is uitzichtloos en blijft uitzichtloos, en verder alleen maar ellende. Het hoogst bereikbare voor een aboriginal is een leven in armoede en verveling. Toch blijft de film hangen en in de dagen erna bleven beelden van de film zich aan mij opdringen. De enige film van dit festival die me aan het huilen bracht.

****  

 

THE SENTIMENTAL ENGINE SLAYER, Omar Rodriguez Lopez, Verenigde Staten 2010, 97 min.

​

Je moet toch minstens 1 keer tijdens het festival vroegtijdig de zaal verlaten. Dat deed ik dus nu. Maker en hoofdrolspeler Lopez kennen we als gitarist van The Mars Volta, en hij kan het maar beter bij muziek houden. Hij meent dat wanneer je een aantal scènes willekeurig achter elkaar plakt je een film hebt. Oops, zo chronologisch achter mekaar is het wel erg mager. En je ziet dan ook wel dat er geen lijn in zit. Zouden ze doorhebben dat ik niks te vertellen heb? Weet je wat, ik verhul dat door wat te klooien met de chronologie, ja dat is interessant. Wow, vet cool man, nu lijkt het net of het wat is: een film! Nee, wacht effe, ik speel een schizo, kunnen we nog wat met knopjes en schuifjes rotzooien om het geluid te vervormen? Ja, zo is ie goed.

*  

 

SHOCKING BLUE, Marc de Cloe, Nederland 2010, 90 min.

​

Marc de Cloe is een ware meester van de korte film, maar met de langspeelfilms wil het nog niet lukken. Kon je bij HET LEVEN UIT EEN DAG nog het (al bestaande) verhaal de schuld geven, nu kun je zien dat hij de adem niet bezit om die hele lengte te overbruggen. Er zitten prachtige afzonderlijke scènes in, mooie ideeën, gevoel voor detail, geweldig camerawerk (van onze eigen Rob Hodselmans) en die Lisa Smit is een talentvolle actrice. En Dragan Bakema, de derde film met hem dit festival, is ook prima. De synopsis deugt ook: jongen gaat toekomst opbouwen met vriendin die zwanger is van zijn beste overleden vriend. Maar in het begin nog teveel WILDE MOSSELS, ontaardt het naar het einde toe in een behoorlijk onsmakelijke bedoening. Toch denk ik dat als hij doorgaat hij in staat zal zijn over een paar films een ware parel af te leveren. De stijl heeft ie al.

**  

 

THE TEMPTATION OF ST. TONY (PÜHA TÕNU KIUSAMINE), Veiko Õunpuu, Estland/ Zweden/ Finland 2009, 155 min.

​

De film lijkt meer een aaneenschakeling van bizarre invallen, maffe situaties en perverse ideeën dan een film waaraan een scenario ten grondslag ligt. Pas als we een heel eind op weg zijn wordt duidelijk dat de regisseur ook nog ergens heen wil, maar ook dan wil hij liever proberen de kijker te shockeren dan te verontrusten. En dat lukt niet, omdat hij te lang op het verkeerde paard heeft gewed om ons echt te verontrusten. Had ie eerst naar TZAMETI gekeken, dan had ie geweten hoe het gevoel over te dragen dat dergelijke dingen werkelijk gebeuren.

**  

 

TETRO, Francis Ford Coppola, Verenigde Staten/ Italië/ Spanje, Argentinië 2009, 127 min.

​

Wat begint als een RUMBLE FISH-achtige film zwelt geleidelijk aan tot een heuse opera, doordrenkt met referenties aan Coppola’s eigen levensverhaal. Wat een lef om zo’n gigantisch ambitieuze film te maken, zeker gezien zijn status als afgedaan filmmaker. Hij houdt geen maat en het is pompeus in het kwadraat, maar maakt vreemd genoeg nauwelijks emoties los bij de kijker. Niettemin zeer de moeite waard.

***½  

 

THE TIME THAT REMAINS, Elia Suleiman, Verenigd Koninkrijk/ Italië/ België/ Frankrijk 2009, 109 min.

​

Via vooral running gags en telkens terugkerende situatie wordt het leven in Nazareth verteld, vanaf de bezetting door Israel in 1948 tot nu. Tegelijkertijd vertelt Suleiman zijn eigen familiegeschiedenis. Hij speelt zichzelf als een ware troonopvolger van Buster Keaton, maar weet in zijn portrettering van zijn moeder grote ontroering teweeg te brengen. De vaak wrange maar steeds grappige komedie wordt daardoor steeds melancholischer.

***½  

 

VIDEODROME, David Cronenberg, Canada 1982, 87 min.

​

In het kader van het Back to the Future programma, waarin de invloed van nieuwe media op film door de tijden heen wordt onderzocht, is ook dit oudje te zien. Bij deze film gaat het niet om specifieke technieken die alleen op het grote scherm toegepast kunnen worden, zoals 3D (DIAL M FOR MURDER) of splitscreen (THE BOSTON STRANGLER, die ik in een onbegrijpelijke full screenversie op video heb), dus ik voelde me gerechtigd deze film te bewaren als festivalnagerecht na thuiskomst. Videdrome is de term voor opnames waarop snuff movies te zien zijn, waarbij tegelijkertijd een signaal meegestuurd wordt die een tumor veroorzaakt, welke de verzender de mogelijkheid geeft de kijker te manipuleren en controleren. Een vroege Cronenberg die verrassend overeind en actueel is gebleven, met thema’s (“the new flesh”) die later terugkomen in films als EXISTENZ en CRASH.

***½  

 

DE VOORTREKKERS, Harold M. Shaw, Verenigde Staten 1916, 54 min.

​

Epische film over het ontstaan van Zuid-Afrika. In de jaren 1830 trekken de boeren vanuit de Kaapprovincie naar het noorden en veroveren het land van de Zulu’s, wat resulteerde in the Battle of Blood River onder generaal Pretorius: 3 witte gewonden tegenover 3000 dode Zulu’s. Deze film werd in de tijd van de Apartheid jaarlijks vertoond tijdens de herdenking van deze gebeurtenis. Hoewel racistisch van aard zijn de grote boeven niettemin 2 witte mannen die de aankomende voortrekkers verraden aan Zulu-koning Dingale. Vooral vanuit historisch oogpunt zeer interessant.

***  

 

THE WAY TO THE CROSS, Emile-Aime Chah Yibain & Ngufor Chonga Suh, Kameroen 2010, 85 min.

​

Alsof de Tegelse Passiespelen door een overijverige pater geëxporteerd is naar Kameroen. Amateuristisch in alle opzichten. Het slechtst is nog wel het geluid: de stemmen zijn zo overstuurd dat het echt pijn doet aan de oren. En de soundtrack, aanhoudend gedreutel van een goedkope synthesizer, zou niet misplaatst zijn in een jaren tachtig porno.

0  

 

WHERE IS AFRICA: CONCERT 2

​

Historische films over Afrika begeleid door livemuziek van Percussion Discussion Africa, een vrij uitgebreid ensemble (slagwerk, snaar- en blaasinstrumenten) uit Oeganda dat zich gespecialiseerd heeft in het van muziek voorzien van stomme films, en dan met name Russische klassieken. Hoewel het instrumentarium en idioom vooral Afrikaans is, is het ook duidelijk filmmuziek, die in dienst staat van het beeld, en dat is met livemuziek bij filmvoorstellingen toch heel vaak anders. De volgende films werden vertoond: CHEZ LES WATUZZIS, THE ZULU’S HEART, RASTUS IN ZULULAND, DE VOORTREKKERS. Zie voor beschrijvingen onder genoemde titels.

 

 

WHERE IS AFRICA: CONCERT 3

​

De combinatie historische Afrikafilms met livemuziek beviel me wel, dus er nog eentje gedaan. Deze keer was het ensemble Kinobe and Company, een trio uit Oeganda. Hun muziek kabbelde een beetje minimalistisch door, hetgeen natuurlijk uitstekend is als begeleiding van film. Helaas was de kwaliteit van de films een stuk minder bijzonder dan bij het eerdere concert. Zoals ook het andere concert waren er erg weinig bezoekers, twintig of zo. Deze films waren te zien: PROMENADE DE SUDAN, LES CHASSEURS D’IVOIRE, BLIND DATE en BORDERLINE. Zie voor beschrijvingen onder genoemde titels.

 

 

WHITE MATERIAL, Claire Denis, Frankrijk 2009, 102 min.

​

Ergens in Afrika (lijkt op een Sahel-land: Burkina Faso?) heeft Maria en koffieplantage maar het is er niet veilig meer. Voor niemand en zeker niet voor blanken. Een burgeroorlog dreigt. Maar Maria is koppig en wil blijven, ze woont er al haar hele leven, het is haar thuis. Bovendien verbergt Maria ook nog de bijna mythische rebellenleider. Intussen probeert haar familie (onder wie haar zoon en haar ex) elk op eigen wijze het hachje te redden, tot aan verraad toe. Opnieuw bewijst de kleine en fragiel ogende Isabelle Huppert een enorme kracht uit te stralen en geloofwaardig overwicht te hebben, ook tussen stevige zwarte landarbeiders, zonder dat ze haar onzekerheden en twijfels hoeft te verbergen.

****  

 

WOMEN WITHOUT MEN (ZANAN BEDOONE MARDAN), Shirin Neshat, Duitsland/ Oostenrijk/ Frankrijk 2009, 97 min.

​

Prachtige film over een paar vrouwen in Iran ten tijde van de staatsgreep door de Sjah begin jaren vijftig. Terwijl het buiten onrustig is en demonstraties aan de gang zijn als ondersteuning van de democratische regering van Mossadeq, zoeken drie vrouwen van uiteenlopende komaf een paradijselijk onderkomen op: de gescheiden aristocratische vrouw van een generaal, een weggelopen prostituee en een zeer religieus meisje. De vierde vrouw die we volgen heeft zich aangesloten bij de communisten. Dat klinkt heel schetsmatig, maar wat we zien is niet alleen wondermooi om te zien (de regisseur heeft een achtergrond als kunstenares) maar ook gelaagd, en aangrijpend. Opmerkelijk overigens dat het enige frontale naakt dat ik dit festival gezien heb uitgerekend in een Iraanse film zit.

****  

 

ZARTE PARASITEN, Christian Becker & Oliver Schwabe, Duitsland 2009, 87 min.

​

Een jongen en een meisje maken zich onmisbaar in een familie en zorgen zo voor hun levensonderhoud. Het gaat mis wanneer de dame voor wie het meisje zorgt sterft en de jongen zich te sterk verbonden gaat voelen met het echtpaar voor wie hij de plaats van hun gestorven zoon heeft ingenomen. De relatie tussen de twee komt sterk onder spanning te staan. Wel aardig gedaan, met degelijk spel en een doordacht scenario, maar het sprankelt niet bepaald.

**½  

 

THE ZULU’S HEART, D. W. Griffith, Verenigde Staten 1908, 13 min.

​

Zo zag D.W. Griffith de zulu’s: als indianen verklede witte mannen met veel schoensmeer. Ze overvallen een huifkar waarin een man, vrouw en hun dochter. Een van de zulu’s raakt zo vertederd door het kleine meisje met de blonde lokken dat hij terstond zijn primitieve aard verliest en zich keert tegen zijn stamgenoten om de witte vrouw en dochter te redden. Hilarisch.

**  

​

​

​

bottom of page