top of page

Dit zijn mijn opgedane filmervaringen tijdens het IFFR 2011, zoals verschenen in de LFC-uitgave Family In Rotterdam

 

​

22 MEI, Koen Mortier, België 2010, 88 min., Cinéart

 

Sam is bewaker in een Brussels winkelcentrum in Molenbeek. Terwijl hij bij de ingang het publiek dat binnen komt observeert explodeert binnen een bom. In zijn laatste seconde passeren alle mensen die zojuist zijn binnengekomen de revue en vragen rekenschap over zijn onvermogen de terrorist te hebben opgemerkt. Dat is althans mijn conclusie, want Mortier kiest voor een vorm die je voortdurend in het ongewisse laat en de kijker hard laat werken om er een sluitend verhaal van te maken. Boeiend tot op de laatste seconde.

****

 

ASHES OF TIME REDUX (DUNG CHE SAI DUK), Wong Kar-wai, Hong Kong 2008, 93 min., A-Film

 

In 2008 bewerkte Wong zijn film uit 1994: nieuwe montage, toegevoegde digitale effecten. Ik heb de redux-versie al een poos op dvd, maar snapte er niks van. Misschien dat een groot scherm de juiste concentratie oplevert. Nee dus. Ik werd wel iets wijzer en begreep nu dat het verschillende verhalen zijn, met drie helden. Blijft over de prachtige beelden en fantastische cinematografie en een melancholieke sfeer, eigen aan alle films van Wong. En dat is voldoende, want hij is toch een van de grootste regisseurs. En met een ensemblecast van al zijn vaste acteurs/ trices: Leslie Cheung, Tony Leung, Brigitte Lin, Carina Lau, Maggie Cheung, Charlie Young. Alleen Faye Wong ontbreekt.

***½

 

ATTENBERG, Athina Rachel Tsangari, Griekenland 2010, 95 min., Eye

 

Een van de vele films over vader en dochter. Beetje vreemd en vergelijkbaar met DOGTOOTH. Tijdens het kijken weet ik af en toe niet wat ik ervan moet vinden, lijken sommige dingen willekeurig, vreemd om maar vreemd te willen zijn, maar na afloop ontdek ik een goede film te hebben gezien.

***½

 

BEHIND THE RED MOTEL DOOR, TheWorldFamous Ike, Verenigde Staten/ Mexico 2011, 92 min.

 

Gezinnetje op weg naar Disneyland komt onderweg terecht in een motel waar kamers per uur worden verhuurd. De grap is dan dat het gezin dat niet doorheeft en de eigenaar meent dat het om een ‘normale’ klant gaat. In de tussentijd zie je wat er aan onfrisse praktijken in de andere kamers wordt gepleegd. Er zijn mensen die voor een kaartje voor deze film geld hebben uitgegeven; dan moet je je toch wel heel erg bekocht voelen. Alles was namelijk hemeltergend slecht: scenario, camera, acteren. Zelfs geen half sterretje voor de moeite, want die hadden ze zich beter kunnen besparen. Want een talentloos zooitje bij elkaar.

0

 

LA BELLE ENDORMIE, Catherine Breillat, Frankrijk 2010, 82 min.

 

Het sprookje van de schone slaapster, maar dan vooral wat ze in die 100 jaar slapen droomt. Waarom blijf ik Breillat volgen, want ze vallen bijna altijd tegen. Hier is het vooral een film van gemiste kansen, want het idee is goed, de vormgeving prima, het acteren naar behoren, maar het interessante thema wordt erg slapjes en onbevredigend uitgewerkt.

**

 

BIUTIFUL, Alejandro Gonzáles Iñárittu, Mexico/ Spanje 2010, 148 min., A-Film

 

Javier Bardem is een man wiens wereld in elkaar stort. Hij bezorgt illegalen werk en spullen om op straat te verkopen, maar de politie pikt het niet langer. Zijn vrouw is manisch-depressief en hij moet zijn 2 kinderen alleen opvoeden. Zijn broer deugt niet, en hijzelf is terminaal ziek. Een en al ellende dus, maar zo fenomenaal in beeld gebracht, met zoveel mededogen voor zijn personage, dat de film je emotioneel uitgeput achterlaat.

*****

 

BLACK SWAN, Darren Aronofsky, Verenigde Staten 2010, 103 min., Warner/ Fox

 

Aronofsky zet zijn onderzoek naar geobsedeerde personen voort, nu in de vorm van een schuchtere ballerina die voor haar rol als zwarte zwaan in de diepte van haar ziel duikt. Enorm barokke horror, met fenomenaal spel van iedereen maar vooral van Natalie Portman. De film doet denken aan een big budget versie van de films van Dario Argento. Heel goed gemaakt, maar het raakte me niet. Ik werd niet meegezogen en bleef aan de buitenkant van het verhaal. Dat komt omdat je geen meisje bent, zei een meisje me na afloop. Ik weet echter zeker dat dat niet de reden is, de film is gewoon met teveel bravoure gemaakt. Zelfs Natalie Portman, van wie ik een groot fan ben en die me vaak tot tranen toe weet te ontroeren, bleef gedeeltelijk verborgen achter Aronofsky’s technische krachtpatserij.

****

 

BLUE VALENTINE, Derek Cianfrance, Verenigde Staten 2010, 114 min., Paradiso

 

Portret van een huwelijk op springen en de laatste wanhopige poging om nog iets te redden. Intens en chaotisch, emotioneel en fantastisch geacteerd. Fantastisch hoe subtiel Michelle Williams het verschil acteert tussen de volwassen versie en het high school meisje. Trouwens, misschien keek ik net de andere kant op, maar de pijpscène waar zoveel om te doen is geweest in de VS heb ik gemist. Of hebben ze die er alsnog uit gehaald?

***½

 

LES BOULISTES, Nadège Batou & Amour Saveur, Congo-Brazzaville 2010

 

Net als vorig jaar werden als voorfilms bij sommige Afrikaanse films sketches van het gezelschap Les Boulistes vertoond. Korte humoristische filmpjes van 5 minuten die voor de Congolese tv gemaakt zijn, waarin op feministische wijze de draak wordt gestoken met de Brazzavilliaanse samenleving. Ik heb er vijf gezien: C’est Dieu Qui Donne, Le Calendrier, Songui Songui, Bogossité en La Chauffeuse. Ik moest er wel om lachen. De mooie regisseur Nadège Batou kwam ik in de eerste helft van het festival overal tegen. Hopelijk zijn er volgend jaar weer filmpjes van haar te zien en is zij dan weer te gast.

**

 

CASUS BELLI, Yorgos Zois, Griekenland 2010, 11 min.

 

Leuk en intelligent gemaakte korte film over consumeren, adhv rijen wachtenden in supermarkten, galerieën, pinautomaten, enz, tot aan de rij voor het uitdelen van voedselpakketten. Wanneer dit laatste loket gesloten wordt vallen met terugwerkende kracht de andere rijen om.

**

 

CHARACTERS, Son Kwang-Ju, Zuid-Korea 2011, 99 min.

 

Een regisseur wil alleen blockbusters maken, terwijl zijn scenarioschrijfster meer persoonlijke films wil maken. Doet qua structuur en enscenering denken aan de vroege Godards, zelfs op scèneniveau, hoewel de film een heel andere sfeer heeft. Mist bovendien de politieke en filosofische dimensie en de aforsimen waarmee Godard altijd lustig rondstrooit.

**

 

CHIPS AND LIVER GIRLS, Caroline Kamya & Boris Bertram, Oeganda/ Denemarken 2010, 31 min.

 

Over hoe Oegandese vrouwen rijke mannen gebruiken om zelf een leven op te bouwen. Vrouwen worden geïnterviewd en dat wordt afgewisseld met scènes van een actrice die probeert een leven voor haar en haar zoon op te bouwen door contact te zoeken met een rijke man. Niet duidelijk wordt of het een docu is of allemaal geacteerd.

**

 

CURLING, Denis Côté, Canada 2010, 92 min.

 

Het is dat er Frans wordt gesproken en er geen bergen te zien zijn, want dit is van een Oostenrijkse treurigheid. Een van de vele films over vader en dochter. Fraaie film.

***

 

DEPUIS L’AUTRE COSMOS (THE TRIP), Yves Montand Niyongabo, Rwanda/ China 2011, 45 min., IFFR

 

Niyongabo bezoekt het kunstenaarsdorp Songzhuang en laat verschillende mensen praten over hun leven, zoals het echtpaar dat uit verzet tegen de regering en de één-kind politiek een tweede kind op de wereld gaat zetten, en een kunstenaar die problemen heeft met de censuur. Tastend en bedachtzaam zoekt Niyongabo naar vorm en inhoud, en de lange Tutsi wordt en passant de basketballegende van Songhzuang.

**½

 

DREI, Tom Tykwer, Duitsland 2011, 119 min., Benelux

 

Man en vrouw zijn al twintig jaar samen en leiden een druk beroepsmatig en sociaal leven. Dan krijgt de vrouw een affaire met een andere man. Even later krijgt de man een affaire met diezelfde man. Maar ze weten het niet van elkaar. Het is een goed en intelligent gemaakte, humoristische feel good movie, die nogal lijdt onder het al te geconstrueerde scenario. Dat gebeurt bij Tykwer wel vaker.

***½

 

ELMINA, Emmanuel Apea Jr, Ghana/ Verenigd Koninkrijk 2010, 104 min.

 

Melodrama in een Ghanees dorp. Tovenarij, jaloezie tussen twee echtgenotes, een corrupte chief die de dorpsbewoners wil overhalen hun land aan de Chinezen te verkopen. Hier komt men tegen in opstand. Opvallend is dat een van de dorpsbewoners een witte man is, maar dat dit verder helemaal geen rol speelt. Niet onaardig verhaaltje, maar wel erg beroerd geacteerd.

**

 

ESSENTIAL KILLING, Jerzy Skolimowski, Polen/ Noorwegen/ Ierland/ Hongarije 2010, 83 min., Cinéart

 

Een islamistisch strijder wordt gevangen genomen en vervoerd naar de gevangenis. Onderweg verongelukt het transport en hij weet te ontsnappen, op de hielen gezeten door militairen. Hij verdwijnt in de toendra en weet wonder boven wonder uit handen van de vijand te blijven. Ernstig gewond en tot op het bot verkleumd en uitgehongerd wordt hij uiteindelijk opgevangen en verzorgd door een doofstomme vrouw, die in een hutje midden in het bos woont. Met Vincent Gallo en Emmanuelle Seigner. Spannende en goed gemaakte film, maar of het de juiste film was om mijn Venlose gezelschap dat een film kwam kijken te plezieren… Gezellig hè Tejo, fluisterde zij tijdens een martelscène in mijn oor.

***½

 

ETERNITY (TEE-RAK), Sivaroj Kongsakul, Thailand 2010, 105 min. Hubert Bals Fonds

 

Een meditatie over familie, dood en liefde. Verstild en volgens de Thaise logica waarin geen verschil bestaat tussen heden en verleden, leven en dood. De film bestaat voornamelijk uit alledaagse situaties, handelingen en gesprekken. Je moet wel rust in je kont hebben, anders ren je bij de eerste scène al gillend weg, een 10 minuten durend totaalshot van een landschap waarin een brommer het beeld kris kras doorkruist. Zit je de film uit, heb je een mooie filmervaring. Winnaar van een Tiger Award.

***½

 

FIRE FLY, Caroline Kamya, Oeganda/ China 2011, 10 min., IFFR

 

Een van de films van Afrikaanse filmmakers die naar China gaan om daar een film te maken. Klein jongetje gaat op zoek naar wijze mensen voor antwoorden op zijn vragen. De leukste is wanneer hij een man ziet die aan de waterkant zit te vissen, toeroept: Waar kan ik geduld vinden? De visser verroert geen vin. Dan gaat het jochie eindeloos de zin herhalen: Waar kan ik geduld vinden? Maar hij krijgt geen reactie. Ondanks de beroerde kwaliteit van de digitale weergave (foei, organisatie, had dan snel een dvd erin gepleurd! De maakster was nota bene aanwezig in de zaal), een prettig filmpje.

**½

 

FLEURS DU MAL, David Dusa, Frankrijk 2010, 100 min.

 

Een free-runner werkt in een hotel en ontmoet daar een Iraanse vluchtelinge. Ze raken bevriend en via haar komt de Fransman in contact met literatuur (Baudelaire, Omar Khayyam) en de recente geschiedenis van Iran. Veel wordt gecommuniceerd via de moderne sociale media, en vooral de you tube filmpjes over de Groene Revolutie spelen een prominente rol. Het acteren is niet altijd even overtuigend, maar zowel Rachid Youcef als Alice Bèlaïdi kan enorme présence niet worden ontzegd. En het gegeven dat de westerling veel kan leren van de islamitische cultuur in het algemeen en de Iraanse in het bijzonder is een statement van jewelste, maar wel waar: onze Verlichting is ten slotte een product van de beschaving waarmee de islam het achterlijke middeleeuwse westen in contact bracht.

***½

 

THE GOOD SURVIVOR (aka MEMORY – WORK IN PROGRESS), Yves Montand Niyongabo & Iris Olsson, Rwanda/ Finland/ Denemarken 2011, 48 min.

 

Zestien jaar na de genocide in Rwanda wordt een balans opgemaakt. We zien een herdenkingsdienst, mannen die menselijke botten zoeken en schoonmaken om ze te begraven, straatjongens wier leven bestaat uit het snuiven van lijm, enz. Over die straatjongens, maibobo, maakte Niyongabo vorig jaar al een reportage die toen op het IFFR te zien was. Daar was ik toen niet razend enthousiast over, maar je kunt zien dat hij gegroeid is als filmmaker (zie ook DEPUIS L’AUTRE COSMOS) en een tastende, onderzoekende en registrerende vorm aan het ontwikkelen is. Volg die man, Festival! Indrukwekkende film.

***½

 

GRANDE HOTEL, Lotte Stoops, België 2011, 67 min.

( zie de achtergrondafbeelding op deze pagina)

 

Docu over een hotel in Beira, Mozambique, dat in de hoogtijdagen van de koloniale tijd werd gebouwd en van een extravagante luxe was. Tegenwoordig is het hotel de woonplaats van zo’n 3500 Mozambikanen. Er is geen water of elektriciteit maar wel winkeltjes en ondernemingen. Alles van waarde is inmiddels weggesloopt, het is er gevaarlijk en er zijn no-go-area’s, maar er wonen ook complete gezinnen met kleine kinderen en er is een zekere mate van organisatie. Boeiende film.

***

 

HAWI, Ibrahim El Batout, Egypte/ Qatar 2010, 112 min., Hubert Bals Fonds

 

Meestal zijn Egyptische films druk en chaotisch, maar deze is juist opmerkelijk stil. Verschillende mensen binnen dezelfde familie worden gevolgd. De een probeert een muzikale carrière op te zetten, de ander komt juist uit de gevangenis vanwege verzet tegen het regime, de derde probeert iemand te vinden die zijn zieke paard kan genezen, een buikdanseres komt op voor haar recht haar werk te doen. Ook in deze film draait het vooral om de relatie tussen vader en dochter, twee vaders en twee dochters zelfs.

***

 

ILLÉGAL, Olivier Masset-Depasse, België/ Luxemburg/ Frankrijk 2010, 90 min., Amstelfilm

 

Zo, die hakt erin. De verblijfsvergunning van een Russische vrouw wordt afgewezen en ze moet België uit. We volgen haar de hele weg van het opgepakt worden tot verblijf in een detentiecentrum en uiteindelijk de pogingen om haar op het vliegtuig te zetten. De onmenselijkheid van de procedure (alleen het woord ‘illegaal’ al; mensen kunnen helemaal niet illegaal zijn), de martelingen bij verzet tegen uitzetting. En dat allemaal in ons beschaafde West-Europa.

****½

 

INCENDIES, Denis Villeneuve, Canada 2010, 130 min., Cinéart

 

Zoektocht van een Canadese tweeling naar het verleden van hun moeder Nawal. In haar testament vraagt Nawal haar kinderen om hun vader en hun broer op te sporen. Dat spoor leidt naar het zuiden van Libanon. Langzaam als in een suspensethriller ontvouwt het verhaal zich en wordt de tweeling en ons duidelijk hoe alles in mekaar zit. En dat is even slikken. Zeer sterke film die je niet in de kouwe kleren gaat zitten.

****

 

JEAN GENTIL, Laura Amelia Guzman & Israel Cardenas, Dominicaanse Republiek/ Mexico, Duitsland 2010, 84 min.

 

Oude Haïtiaan is op zoek naar werk, en zwerft hiervoor het eiland over, ook naar de Dominicaanse Republiek, om ten slotte een hutje in een bos te bouwen. Prachtig klein portret van een man die waardig blijft onder alle omstandigheden.

***

 

KENGERE, Peter Muhumuza Tukei, Oeganda 2010, 23 min.

 

Inventieve stop-motion animatie over een verschrikkelijke gebeurtenis, waarbij tientallen mensen door soldaten in een trein werden opgesloten, waarna de trein in brand werd gestoken. Op de geluidsband de stemmen van de mensen die later zouden omkomen. Net als WALTZ WITH BASHIR te gruwelijk om met echte acteurs te vertellen, vandaar de poppen.

***

 

LE TRÉSOR DES ÎLES CHIENNES, F.J. Ossang, Frankrijk/ Portugal 1990, 109 min.

 

Moest toch op het festival een cultfilm gaan zien. Duister verhaal over een expeditie naar besmette eilanden. Drugs, hallucinaties, refererenties aan punk cinema en ALPHAVILLE. Het verhaal is verder nauwelijks te volgen, het acteren behoorlijk belabberd, maar de zwart-wit fotografie (van Darius Khondji) is zeer bijzonder en uiteindelijk de enige reden om de film uit te zitten.

 

LI XIA’S SALON, Omelga Mthiyane, Zuid-Afrika/ China 2011, 26 min., IFFR

 

Wat doe je als Afrikaanse in China om er achter te komen wat ze van jouw continent en zijn inwoners weten? Je gaat naar de kapper en laat hun je haar doen. Wat een briljant idee. En ook erg leuk uitgewerkt. De Chinezen snappen niks van kroeshaar, geloven niet eens dat het echt haar is. Ze moeten allemaal voelen. Hilarisch.

***½

 

LOVE ADDICTION (FUYU NO KEMONO), Uchida Nobutero, Japan 2010, 92 min.

 

Sterk geacteerd melodrama over Yukako die een relatie heeft met collega Shige, maar de egocentrische machoklootzak Shige heeft stiekem ook wat met Saeko, op wie op zijn beurt de schuwe Noboru verliefd is. Noboru versiert uit wraak Yukako. Uiteindelijk komen ze allemaal bij elkaar in hetzelfde appartement en daar loopt het bijna uit de hand. Dat levert een prachtige finale op, waar Yukako als de morele winnaar uitkomt.

***

 

LOVE IN A PUFF (CHI MING YU CHUN KIU), Pang Ho-cheung, Hong Kong 2010, 103 min.

 

Leuke film over waar buiten moeten roken wel allemaal niet toe kan leiden: romance. En natuurlijk een boel sterke verhalen en flauwe moppen. In elk geval een lekker luchtige afsluiting van de drie films die ik met mijn Venlose gezelschap bezocht, want de andere waren ESSENTIAL KILLING en 22 MEI, dus ze had al een behoorlijke portie ellende achter de kiezen.

**½

 

MEEK’S CUTOFF, Kelly Reichardt, Verenigde Staten 2010, 104 min.

 

In academy formaat gedraaide opvolger van WENDY AND LUCY, met opnieuw Michelle Williams. De revisionistische western bestaat natuurlijk minstens net zo lang als het IFFR, maar deze film is niet zozeer een reactie op de mythische western als wel een poging een zo getrouw mogelijke historische weergave te creëren van hoe het toen was. In al zijn monotonie een fascinerende film over een groepje pioniers dat door toedoen van hun gids Meek verdwaalt in de woestijn van Oregon. Gebaseerd op de teruggevonden dagboeken van enkele vrouwen in het gezelschap.

****

 

THE MILL AND THE CROSS, Lech Majewski, Polen/ Zweden 2011, 91 min., Contact Film

 

Het schilderij De Kruisdraging van Pieter Bruegel de Oude (gespeeld door Rutger Hauer) gevisualiseerd. De achtergrond van de personages die op het schilderij voorkomen tot leven gebracht. Het ziet er allemaal prachtig uit, maar is te kunstmatig en komt geen moment tot leven. De acteurs bewegen alsof iemand buiten beeld aan de touwtjes trekt. En nee, in de middeleeuwen was de brasilian wax nog niet in de mode.

***

 

NDOLO SEKA CHOPSTICKS (LOVE BORN OF CHOPSTICKS), Emile-Aime Chah Yibain, Kameroen/ China 2011, 26 min.

 

Als ik me had gerealiseerd dat dit de regisseur was van de slechtste film die ik vorig jaar op het IFFR heb gezien, was ik niet gaan kijken. Het gaat over een Chinees plattelandsmeisje dat in contact komt met een Afrikaanse regisseur. En niets is dan zo leuk als zo’n forse man met grote handen zien klungelen met eetstokjes. Abominabel geacteerd.

*

 

NEVER LET ME GO, Mark Romanek, Verenigd Koninkrijk 2010, 103 min., Warner/ Fox

 

Fascinerende film over tehuizen waarin kinderen opgroeien die later gebruikt gaan worden als orgaandonors voor zieke mensen. Het zijn klonen, maar verder net zoals wij gewone mensen. Meestal leggen ze na drie donaties het loodje. We volgen drie van hen, die een speciale band ontwikkelen met elkaar. Het trio wordt gespeeld door Carey Mulligan, Keira Knightly en Andrew Garfield. Naar een roman van Nobelprijswinnaar Kazuo Ishiguro.

****

 

NOIR OCÉAN, Marion Hänsel, België/ Frankrijk/ Duitsland 2010, 87 min., Cinéart

 

Het leven op een schip in de Stille Oceaan, waarvan de bemanning getuige is van een kernproef zoals Frankrijk die nogal eens uitvoerde in die regio. Hänsel concentreert zich op drie heel jonge matrozen, voor wie het leven hard valt en voor wie ook het matrozenleven geen onverdeeld genoegen is. Prachtig gefotografeerd drama met een melancholieke ondertoon. Dat valt me nu opeens in: wordt er wel eens gelachen in haar films?

***

 

OUTRAGE (AUTOREIJI), Takeshi Kitano, Japan 2010, 109 min.

 

We hebben ons er al lang bij neergelegd dat Kitano al lang geleden zijn meesterwerken heeft gemaakt: SONATINE, HANA-BI en DOLLS. Daarna ging het snel bergafwaarts met de kwaliteit van zijn films. Deze is daarop geen uitzondering. Een yakuzaverhaal van macht en strijd tussen clans enzo. Extreem gewelddadig en alleen interessant voor mensen die willen weten hoe ze met een tandartsboor iemands mond moeten bewerken op een manier die je niet leert tijdens de tandheelkundige opleiding. Rough him up a little, heet dat dan.

**

 

POETRY (SHI), Lee Chang-Dong, Zuid-Korea 2010, 135 min., Eye

 

Het einde, wanneer de oma het gedicht voordraagt dat ze heeft geschreven in naam van het meisje dat zelfmoord pleegde na te zijn verkracht door haar kleinzoon en zijn vriendjes, is wellicht het ontroerendste moment van het festival. Juist dan besluit een groepje oude dames achter me keihard met elkaar te gaan discussiëren over wat ze niet begrepen hebben.

****

 

PULSAR, Alex Stockman, België 2010, 94 min.

 

Internetparanoiathriller over Brusselaar wiens vriendin op stage is in New York. Ze onderhouden contact via skype en chat. Maar dan wordt zijn wifi gehackt. En dat gaat van kwaad tot erger: iemand maakt het zelfs uit met haar onder zijn naam. Hij gaat zelfs zo ver dat hij zijn appartement helemaal met radiosignalenwerende verf beschildert. De film laat vooral zien hoe ongrijpbaar zo’n hacker is en hoe machteloos je staat wanneer iets dergelijks gebeurt. Spannend, leuk gedaan.

***

 

RAINY SEASONS (FASL-E BARAN-HAYE MOOSEMI), Majid Barzegar, Iran 2010, 86 min.

 

Het aanbod Iraanse films is dit jaar erg mager, en deze komt wel uit Iran, maar had net zo goed uit willekeurig elk ander land kunnen komen (behalve dan dat het meisje zelfs als ze slaapt een hoofddoek op heeft). Dat is al jaren aan de gang en op zich een prima ontwikkeling, maar het verdwijnen van die typisch Iraanse films is een aderlating voor de cinema.

Omdat zijn ouders in een scheiding verwikkeld zijn, woont de 16-jarige Sina alleen in het huis. Hij heeft grote schulden bij een schimmig figuur op een motor. Dan ontmoet hij de studente Nahid, die op zoek is naar onderdak. Hij neemt haar in huis, maar betrekt haar ook onwilleurig bij zijn problemen. Goede film.

***

 

RANDOM STRANGERS, Alexis dos Santos, Verenigd Koninkrijk/ Nederland 2011, 25 min., IFFR

 

Meisje uit Argentinië en jongen uit Duitsland leren elkaar kennen op het internet, waar het met de waarheid niet zo nauw wordt genomen. Ook zij stellen aan de ander hun leven spannender voor dan het in werkelijkheid is. Leuke speelse korte film van de maker van GLUE en UNMADE BEDS, die moet uitgroeien tot een langspeelfilm.

***

 

O SALÃO AZUL, Luciana Hees, Mozambique 2010, 19 min.

 

Prachtige kleine docu over een haarsalon in Maputo, volgens het fly-on-the-wall principe. Geen commentaar, alleen observatie. Had wat mij betreft wel een uur mogen duren.

***

 

SIMON WERNER A DISPARU, Fabrice Gobert, Frankrijk 2010, 87 min. Benelux

 

Het begint met het verdwijnen van Simon Werner, maar al snel verdwijnen ook andere jongeren uit dezelfde klas. Met als gevolg verdachtmakingen en complottheorieën. Gobert weet het suspensegehalte goed op te voeren door een structuur te kiezen die we bij ELEPHANT en SCHEMER ook al zagen: we zien dezelfde situaties terugkomen maar telkens bezien door de ogen van een ander, wat dan weer een ander licht op de zaak werpt.

***½

 

SNAKE, Samson Ssenkaaba ‘Xenson’, Oeganda/ China 2011, 56 min., IFFR

 

Xenson is in de eerste plaats kunstenaar en dat kun je zien. Hij gebruikt de camera als de ogen van een slang en glijdt zo over de grond. Deze film zat in hetzelfde programma als de Chopsticks-film en die was zo beroerd dat ik er geen zin meer in had en al snel ben weggelopen.

- Tejo

 

SOMEWHERE, Sofia Coppola, Verenigde Staten 2010, 98 min., A-Film

 

Wanneer een acteur zijn arm breekt stopt zijn normale leven van feesten, drank en vrouwen tijdelijk. Dan krijgt hij ook nog plots de zorg over zijn 11-jarige dochter. Door nu echt contact met iemand te hebben, realiseert hij zich hoe leeg zijn normale leven was. Mooi vertelde, warme film met een prachtige rol voor Elle Fanning, nu eens niet als de jongere versie van zus Dakota. En Stephen Dorff laat zien dat hij niet per se een slechterik is. Een typische Coppola-film, alhoewel zij zich ook aan de trend van het festival, de vader-dochter relatie, houdt.

****

 

A STOKER (KOCHEGAR), Alexey Balabanov, Rusland 2010, 80 min.

 

Balanabov laat weer de vreselijkste dingen zien overgoten met een ironisch sausje. Of is het andersom, is de ironie het uitgangspunt? Het gaat om een oude stoker wiens oven wordt gebruikt door de maffia, sorry: zakenmensen, om hun lijken te dumpen. Wanneer zijn eigen dochter opgestookt wordt is de maat vol en neemt hij wraak. Als het een serieuze film was geweest zou hij een harde, maatschappijkritische film hebben afgeleverd, maar zijn benadering gaat nogal irriteren. Zeker dat tot in den treure herhaalde melodietje dat zo uit een goedkope porno had kunnen komen zorgt voor toenemende ergernis.

**½

 

TENDER SON – THE FRANKENSTEIN PROJECT (SZELID TEREMTES – A FRANKENSTEIN TERV), Kornél Mundruczó, Hongarije/ Duitsland/ Oostenrijk 2010, 105 min., Eye

 

Zijn vorige film DELTA vond ik erg boeiend maar dit kan me niet bekoren. Ik snap de beweegredenen van de personages niet en de titel slaat nergens op. Het verhaal van Frankenstein gaat ten slotte niet over een ‘zoon’ die tot monster verwordt, maar om hybris, overmoed, aan God gelijk willen zijn, volgens de oude Grieken de enige zonde die de mens kan begaan, en je tenslotte afkeren van je eigen creatie. Dit is een naargeestig verhaal over een zoon die ontsnapt uit een gesticht en zijn stiefzus, stiefvader, moeder en vader vermoordt, en er geen enkele scrupules bij heeft.

**

 

TIGER EYES, Frank Scheffer, Nederland 2011, 53 min.

 

Speciaal voor de 40e editie van het IFFR gemaakt. Alle oud-directeuren werd gevraagd naar regisseurs die representatief zijn voor hun periode als directeur: Wim Wenders, Jim Jarmusch, Raul Ruiz, Michael Haneke, Abbas Kiarostami, Abderrahmane Sissako, Apichatpong Weerasethakul. Het is een zeer inspirerend essay geworden, waarin de regisseurs in een paar zinnen hun visie over film uiteenzetten. Dat doen ze met een enorme diepgang en wijsheid en inzicht in de realiteit van het echte leven. Duurt alles bij elkaar slechts 50 minuten. Hopelijk heeft Scheffer genoeg materiaal om van elke regisseur een portret van die duur te maken.

*****

 

TUESDAY, AFTER CHRISTMAS (MARTI, DUPA CRACIUN), Radu Muntean, Roemenië 2010, 109 min., Amstelfilm

 

Paul en Adriana zijn getrouwd en hebben een dochter van acht. Ze zijn niet ongelukkig maar de sleur zit er een beetje in. Paul heeft al een tijd een relatie met Raluca, de tandheelkundige van de dochter. Na een bezoek van het gezin aan Raluca’s praktijk, een ijzingwekkend ongemakkelijke scène, biecht Paul zijn relatie op aan Adriana. De film bestaat uit slechts een beperkt aantal scènes die lang worden aangehouden en nauwkeurig opgebouwd zijn. Dit geeft de acteurs de ruimte en tijd om werkelijk te excelleren. Superieure cinema.

****½

 

TYRANNOSAUR, Paddy Considine, Verenigd Koninkrijk 2011, 91 min., Wild Bunch

 

Heel sterk drama over Peter Mullan, als altijd geweldig acterend en ook onverstaanbaar als altijd, die in een moeras van ongerichte onvrede, woede, agressie en alcohol is weggezakt. De ontmoeting met de vrome Hannah, die gebukt gaat onder een ontzettende lul van een man, verandert zijn leven. En het leven van Hannah verandert dramatisch door haar contact met Mullan. Na het zien van deze film lijken PVV’ers opeens beschaafde mensen. Die pissen tenminste nog in brievenbussen en niet over hun slapende vrouw.

****

 

WASTED YOUTH, Argyris Papadimitropoulos & Jan Vogel, Griekenland 2011, 98 min.

 

Twee verhalen die natuurlijk op het eind samenkomen, maar niet helemaal zoals je verwacht. Verhaal 1 gaat over een skater die een skaterleventje leidt van consumeren, ledigheid en geen enkele andere ambitie heeft dan goed skaten en rondhangen met zijn skatervriendjes. Het andere verhaal gaat over een gefrustreerde politie-agent. Omdat het de openingsfilm van het IFFR was werd er nogal schamper over gedaan, want dat is nu eenmaal het lot van de openingsfilm. Niettemin helemaal niet onaardig.

***

 

THE WHITE BALLOON (BADKONAKE SEFID), Jafar Panahi, Iran 1995, 85 min., Cinemien

 

Er werd tijdens dit IFFR veel aandacht besteed aan Jafar Panahi, gelouwerd regisseur van meesterwerkjes als DE SPIEGEL, THE CIRCLE en OFF SIDE, die in december door het Iraanse regime wegens staatsondermijnende activiteiten werd veroordeeld tot 6 jaar gevangenis en 20 jaar geen films mogen maken. Ook werd deze film ingelast, de film waarmee Panahi in Nederland bekend werd. Klein meisje wil een goudvis kopen voor Nieuwjaar, maar raakt onderweg het geld kwijt. Het geniale zit hem erin dat dit zo’n simpel verhaal is en zo eenvoudig uitgewerkt, maar de volle tijd boeit, zelfs wanneer je hem thuis op vhs kijkt, wat ik deed als een soort afterparty.

****

 

ZEDCREW, Noah Pink, Zambia/ Canada 2010, 45 min.

 

Hiphopper uit Zambia wil het gaan maken en besluit daarom naar Amerika te gaan. Zijn twee vrienden gaan mee, maar hun wacht een gruwelijke overtocht in een container. Het contrast tussen het vrolijke onbezorgde leven in Zambia en de ertussen gesneden scènes in de container zorgt ervoor dat het werkt, want van de weliswaar charmante maar belabberd acterende spelers moet de film het niet hebben.

**

 

ZOHRA: A MOROCCAN FAIRYTALE, Barney Platts-Mills, Verenigd Koninkrijk/ Marokko 2011, 80 min.

 

Voordat ik de film zag had ik al een paar keer met de charmante en superaardige Indiase producente Rajita Shah gesproken. Ze noemde me the most stylish man of the festival. Wat producenten wel niet moeten doen om publiek naar hun film te krijgen. Gelukkig heb ik haar na het zien van de film niet meer ontmoet, want wat had ik moeten zeggen? Dat het een ronduit amateuristische en knullige film was? Vooruit, 1 ster voor Rajita Shah, omdat ze het klaarspeelde mij naar de film te charmeren.

*

 

ZUT, Amour Sauveur, Congo-Brazzaville/ China 2011, 17 min., IFFR

 

Sauveur is een van de Boulistes (zie aldaar) en dat is aan dit filmpje ook af te zien. Man leent baby om bij sollicitatie goed voor de dag te komen. Hij heeft echter de pech dat degene die de sollicitatie afneemt de oom is van de baby en deze herkent.

**

bottom of page